(geb.1911) Ned. schrijfster. Studeerde Nederlands en geschiedenis, promoveerde in 1939, werd lerares.
K. debuteerde met de novelle Brief aan Sai Poh 1951 en kreeg na de roman Wennen aan de wereld 1959 - over een in de wildernis opgegroeide jongen, die geconfronteerd wordt met de westerse wereld - naam met de bekroonde novelle De zalenman 1960 (boekenweekgeschenk). Reisverhalen uit China bevat Van Amstel tot Jang-tse 1960. Later werk o.a. Men zoekt nog steeds 1966, En dan zou jij zeggen 1977, Maart is nog ver 1979, Op de muur 1981 (autobiografie) en Constantijn en Christiaan 1983, een historische roman over Constantijn Huygens en zijn zoon. De jade boddhisatva 1952 is een toneelstuk. Tot 1977 publiceerde K. onder de naam Elisabeth de Jong-Keesing.