Lexicon Nederlandse auteurs

Josien Moerman (1984)

Gepubliceerd op 10-05-2021

Groot, jacob

betekenis & definitie

(geb. 1947) Ned. dichter. Debuteerde in 1970 onder het pseud. Jacob der Meistersanger met de bundel Net als vroeger. G. maakt gebruik van archaïsche taalconstructies en behoort tot de dichters die een terugkeer naar de romantiek voorstaan. Later werk: Uit de diepten 1972, Op komst 1975, De droom van het denken 1980 en Leeg 1980. De verzoening 1983 is G.'s romandebuut.

De liefste 1981 is een door hem samengestelde bloemlezing van liefdeslyriek.

Groot, Jan H. de (geb. 1901) Ned. dichter en journalist, was werkzaam bij 'Het Vrije Volk'. Publiceerde in het protestants-christelijke tijdschrift 'Opwaartsche Wegen', was een der samenstellers van de verzetsbundel Nieuw Geuzenliedboek 1941. Bundels o.a.: Lentezon 1927, Vaart 1931, Een mei in Polen 1933, Botsing 1937, Moederkoren 1945, Vice versa 1954, Op de man af 1961 en Signalen tegen de hemel 1968. Fir 1938 is een roman.

< >