Lexicon Nederlandse auteurs

Josien Moerman (1984)

Gepubliceerd op 10-05-2021

Elsschot, willem

betekenis & definitie

(eig. Alphons de Ridder, 1882-1960) VI. schrijver. Leidde na WO I te Antwerpen een eigen reclamebureau. E. neemt in de Nederlandstalige literatuur een eigen plaats in door zijn laconieke, geconcentreerde stijl, waarachter grote bewogenheid schuilgaat. Niet zelden is de ondertoon in zijn werk cynisch. Zijn eerste roman was Villa des roses 1913, in 1921 gevolgd door Ontgoocheling en De verlossing. In 1924 verscheen Lijmen, de eerste van een serie ik-romans. De in wezen fatsoenlijke ik-figuur Frans Laarmans treedt aanvankelijk in de voetsporen van de doorgewinterde zakenman Boorman, maar in het vervolg Het been 1938 keert hij terug tot zijn eigen fatsoensnormen. Laarmans treedt in een aantal romans op, te weten Kaas 1933, Tsjip 1934, De leeuwentemmer 1940, Het tankschip 1942 en Het dwaallicht 1946, E.'s laatste werk. Daarnaast verschenen nog de novelle Het pensioen 1937 en de dichtbundel Verzen van vroeger 1934. E. ontving o.a. de Belgische Driejaarlijkse Staatsprijs voor het Proza (1948) en de Nederlandse Const. Huygensprijs (1951).

< >