(1885-1945) VI. dichter, was politierechter te Antwerpen en hoofdredacteur van het tijdschrift 'Dietsche Warande en Belfort'. C. debuteerde in 1909 met Verzen I, waarin evenals in Verzen. Nieuwe reeks 1913 de invloed van Karel van de Woestijne, Guido Gezelle en de Tachtigers onmiskenbaar is. Liederen van droom en daad 1918 bevat indringende oorlogspoëzie. In tegenstelling hiermee spreken rust en harmonie uit de latere bundels Liederen voor Maria 1924, Liederen van deemoed 1938 en Verzen van het leven en de overvaart 1940. Proza schreef C. in Het licht achter de heuvel 1929, Harry 1934, Vertellen in toga 1935 en het vervolg hierop En de rechter vertelt opnieuw 1944. Tot zijn studies behoren De Vlaamse jongeren van gisteren en heden 1927, Karel van de Woestijne 1943 en De romancier en zijn jeugd 1944.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
