Lexicon Nederlandse auteurs

Josien Moerman (1984)

Gepubliceerd op 10-05-2021

Bredero, g.a

betekenis & definitie

(1585-1618) Ned. dichter, een der grote vertegenwoordigers van de Gouden Eeuw, lid van de rederijkerskamer d'Eglantier. Zijn werk bezit renaissancistische invloeden en invloeden van volkspoëzie hij was een echte Amsterdammer - daarnaast zijn er elementen die aan de kunstige stijl van Hooft herinneren, wiens werk B. goed kende. Al deze invloeden verwerkte hij op een zeer persoonlijke wijze, waardoor hij in de Nederlandse literatuur een eigen plaats inneemt. Zijn dichtwerk werd postuum verzameld in het Boertigh, Amoureus en Aendachtigh Groot Lied-boeck: achtereenvolgens komische volkstaferelen, liefdesliederen en religieuze poëzie. Als toneelschrijver begon B. met romantische ridderstukken, o.a. Griane 1612; daarna volgde een viertal kluchten, waarvan De klucht van de koe 1612 en De klucht van de molenaar 1613 nog bekendheid genieten. Ook vermaard zijn zijn twee blijspelen Moortje 1615 en de Spaanschen Brabander Jerolimo 1617. Bekend werd

B.’s lijfspreuk "t Kan verkeren'.

< >