Definities van Woordenboek Nederlands-Turks in de Ensie W
- windstil
- windstoot
- windstreek
- windsurfen
- windvlaag
- windwijzer
- winkel
- winkelbediende
- winkelcentrum
- winkeldiefstal
- winkelen
- winkelgalerij
- winkelhaak
- winkelier
- winkeljuffrouw
- winkelketen
- winkelpersoneel
- winkelsluiting
- winkelstraat
- winkelwaarde
- winkelwagen
- winnaar
- winnen
- winst
- winstbejag
- winstgevend
- winstmarge
- winter
- winterdag
- winterjas
- winterkoninkje
- winterlandschap
- winterpeen
- winters
- winterseizoen
- winterslaap
- wintersport
- winterteen
- wintertijd
- winterweer
- winterwortel
- wip
- wip
- wippen
- wiskunde
- wiskundeles
- wiskundig
- wispelturig
- wisselbeker
- wisselen
- wisselgeld
- wisseling
- wisselkantoor
- wisselkoers
- wisselspeler
- wisselstroom
- wisselvallig
- wisselvalligheid
- wisselwerking
- wissen
- wit
- witbrood
- witgoed
- witheet
- witkalk
- witlof
- wittebrood
- wittebroodsweken
- witten
- WK
- wodka
- woede
- woeden
- woedend
- woekeren
- woekerprijs
- woekerrente
- woekerwinst
- woelen
- woelig
- woensdag
- woerd
- woest
- woesteling
- woestenij
- woestijn
- wol
- wolf
- wolfsklauw
- wolk
- wolkbreuk
- wolkenkrabber
- wolkenvelden
- wollen
- wollig
- wolvin
- wond
- wonder
- wonderbaarlijk
- wonderdoener
