Definities van Woordenboek Nederlands-Turks in de Ensie K
- koers
- koerswaarde
- koest
- koestal
- koesteren
- koets
- koetsier
- koevoet
- koffer
- kofferbak
- kofferruimte
- koffie
- koffieboon
- koffiedik
- koffiefilter
- koffiejuffrouw
- koffiekan
- koffiekopje
- koffiemelk
- koffiemolen
- koffiepauze
- koffiepoeder
- koffiepot
- koffiezetapparaat
- kogel
- kogelvrij
- kok
- koken
- koker
- koket
- kokhalzen
- kokos
- kokoskoek
- kokosnoot
- kokospalm
- koksmaat
- koksmuts
- kol
- kolder
- kolen
- kolenkachel
- kolenkit
- kolenmijn
- kolf
- koliek
- kolk
- kolom
- kolonel
- koloniaal
- kolonie
- kolonisatie
- kolonisator
- koloniseren
- kolonist
- kolos
- kolossaal
- kom
- komaan!
- komediant
- komedie
- komeet
- komen
- komend
- komfoor
- komiek
- komijn
- komijnekaas
- komisch
- komkommer
- komma
- kompas
- kompres
- komst
- konijn
- konijnenbout
- konijnenhok
- koning
- koningin
- Koninginnedag
- koningschap
- koningsgezind
- koningshuis
- koninklijk
- koninkrijk
- konkelen
- kont
- konvooi
- kooi
- kookboek
- kookkunst
- kookpunt
- kookwekker
- kool
- koolmonoxyde
- koolraap
- koolstof
- koolwitje
- koolzuur
- koop
- koopavond
