Definities van Woordenboek Nederlands-Turks in de Ensie B
- buffel
- buffer
- buffet
- bui
- buidel
- buigbaar
- buigen
- buiging
- buigzaam
- buiig
- buik
- buikdanseres
- buikgriep
- buiklanding
- buikloop
- buikpijn
- buil
- buis
- buit
- buiteling
- buiten
- buitenaards
- buitenband
- buitenboordmotor
- buitendeur
- buitengewoon
- buitenhuis
- buitenkansje
- buitenkant
- buitenland
- buitenlander
- buitenlands
- buitenlucht
- buitenom
- buitenshuis
- buitensluiten
- buitenspel
- buitenspiegel
- buitensporig
- buitenstaander
- buitenverblijf
- buitenwijk
- buitenzijde
- buitmaken
- buizerd
- bukken
- Bulgarije
- bulletin
- bult
- bumper
- bundel
- bundelen
- bungalow
- bungalowpark
- bungalowtent
- burcht
- bureau
- bureaucratie
- bureaucratisch
- burgemeester
- burger
- burgerbevolking
- burgerij
- burgerlijk
- burgeroorlog
- burgerrecht
- burgerservicenummer
- burn-out
- bus
- bus
- buschauffeur
- bushalte
- business
- buskruit
- buslichting
- buslijn
- busstation
- buste
- bustehouder
- busverbinding
- butagas
- buur
- buurjongen
- buurland
- buurman
- buurmeisje
- buurt
- buurtbewoner
- buurthuis
- buurvrouw
- bv
- BV
- byte
- Byzantium
