WITTERT VAN HOOGLAND (Mr. Adriaen), heer van Hoogland, Emiclaer, Langenoorth en Schonauwen, gedoopt te Rotterdam 14 October 1692 in de r.k. kerk in den Oppert, overl. te 's Gravenhage 23 Nov. 1748; zoon van Adriaen WitterttotLangeBackersoortenGeertruyda Maria van Heymenberch (zie kol. 1476).
Hij ontving 31 Dec. 1737 van de Staten van Utrecht de heerlijkheid Hoogland, na koop van Mr. Jan FrederikTeeckman, schout van Amersfoort. Hij werd 10 Oct. 1738 door de Abdij van St. Paulus beleend met de heerlijkheden Emiclaer en Langenoorth door opdracht van jkvr. Maria Elisabeth Agnes Foeyt, vrouwe van Emiclaer en Langenoorth. Hij werd 24 Nov. 1727 door opdracht van Mr. Nicolaes van Bronckhorst, heer van Schonauwen, beleend met de ridderhofstad Schonauwen in de provincie Utrecht. 26 Sept. 1740 werd hem bij boedelscheiding van zijne tante Antonia van Heymenberch, weduwe Cornelis Sasbout van der Dussen toegewezen: de oude hofstat ‘de Kleine Loo’ nabij het Huis ten Bosch te 's Gravenhage in het ambacht Voorburg.
De Kleine Loo werd door hem 22 Nov. 1748 verkocht aan prins Willem IV, die aan ieder der beide zoons van Adriaen Wittert een zilveren kaarsenkroon ten geschenke gaf (Boedelscheiding 5 Juni 1757; La Haye par un habitant [Lopez de Fonseca] (1853) 100).
Door erfenis zijner 1e vrouw verkreeg hij de hofstede Oud-Myle aan den Amstel.
Adriaen Wittert promoveerde te Leuven 1 Juli 1711 tot Doctor in de philosophie en te Leiden tot Doctor in de rechten. Hij werd na zijn huwelijk 2 Maart 1715 poorter van Amsterdam en vestigde zich op de Keizersgracht. Hij werd regent van het bekende, door Vondel bezongen, Maagdenhuis te Amsterdam van 1719-1729.
Hij was een ijverig jansenist en, gesteund door de amsterdamsche burgemeesters van de Poll en van den Bempden, begon hij dien in de geschiedenis van het R.C. Maagdenhuis beruchten vierjarigen strijd tegen zijne katholieke mederegenten Barchman Wuytiers en Roest, welke strijd den katholieken bijkans het Maagdenhuis had gekost.
Toen de strijd ten gunste van de katholieken beslist was, nam hij zijn ontslag en vestigde zich 11 Aug. 1729 te 's Gravenhage als advocaat bij den Hove van Holland, in het 4 April 1729 in de Nobelstraat van den raadsheer Mr. Jacob Cunaeus gekochte huis. Hij had een inkomen van ƒ 30.000, hield een koets met 2 paarden, en 6 dienstboden. Hij overleed te 's Gravenhage 23 November 1748 en werd begraven in het familiegraf in de Groote kerk.
Hij huwde twee malen: 1o. te Amsterdam 12 Mei 1716 Maria Gerarda van Wedenbrugghe gezd. Burgert, (getrouwd door haar oom den kanunnik van het kapittel van Haarlem Cornelius Franciscus Krijs), geb. te Amsterdam 4 April 1698, overl. te 's Gravenhage 11 Oct. 1735 en begraven te Amsterdam in de Oude kerk in het graf van haar grootvader Arent Krijs bij de Torendeur no. 426, dochter van Everard van Wedenbrugghe gezd. Burgert, regent van het Jongensweeshuis van Amsterdam, en Maria Gerarda Krijs. Door dit huwelijk van Adriaen Wittert werd de Heilige Theodorus van der Eem, prior van het St. Agnieten Klooster te Gorcum, een derGorcumsche martelaren, een oud-oom der tegenwoordige Wittert's; 2o. te Utrecht 12 Aug. 1737 jkvr. Theodora Cornelia Elisabeth Schade van Westrum tot Dompselaer,geb. te Utrecht 14 Oct. 1710, overl. aldaar8 Maart 1782, dochter van Arnold Frans Schade van Westrum, heer van Dompselaer, Neerlangbroek en % van Hagestein, en Catharina Maria de Wijs.
De geschilderde portretten van Adriaen Wittert van Hoogland en zijn 1e vrouw bevinden zich bij baron de Crombrugghe de Picquendale op het kasteel ter Heyde te Vladsloo en de geschilderde portretten van hem en zijne 2e echtgenoote bevinden zich bij Jhr. Mr. A.Th.J. Schade van Westrum te 's Hertogenbosch.
Adriaen Wittert kreeg o.a. behalve eene dochter Maria Gerardina,die huwde metAdriaen Wittert van Valkenburg, en eene dochter Catharina Maria, die huwde met Johan Gerard Steman van Maarsbergen, heer van Maarsbergen en Maarn, twee zonen:
1. Everard Bonifacius baron Wittert, heer van Hoogland, Emiclaer, Langenoorth, Coelhorst en Schonauwen, die 14 Juni 1778 van keizerin Maria Theresia adelserkenning en den titel van baron verkreeg en uit wiens huwelijk met Elisabeth Maria van Duynkercken,dochtervanNicolaas enOdilia Maria van Wykerslooth de tegenwoordige Witterts stammen; 2. Mr. Cornelis Johan baronWittert van Hoogland, die 12 Maart 1778 van keizerin Maria Theresia adelserkenning en den titel van baron verkreeg, eerst advocaat bij het Hof van Holland werd, daarna bij den Hoogen Raad, het Hof van Brabant en vervolgens adellijk schepen van Brugge en uit wiens huwelijk met Jacoba Maria Wantenaer de vlaamsche tak sproot die voortleeft in de baronnen de Crombrugghe.
Zie: E.B.F.F. Wittert van Hoogland, Hetgeslacht Wittert vanHoogland (1912) 86.
Wittert van Hoogland