NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Wichers, wicher (1)

betekenis & definitie

WICHERS (Wicher) (1), geb. omstr. 1632, overl. 1682, zoon van den groninger lakenkoo- perWicher Rotgersz. en Beertien Schoeninx, was gecommitteerde ter admiraliteit te Harlingen (1659), lid der Prov. rekenkamer (1660-82) en Gedeputeerde ter Staten-Generaal. Hij trad 26 April 1658 in het huwelijk met Margaretha Eeck (dochtervanDr.JohanE.enAllegonda Asserhuis), die hem drie kinderen schonk, onder welke Wicher W. (geb. te Gr. 31 Oct. 1659, aldaar overl. 12 Mei 1725), drost der Oldambten, gecommitteerde ter Staten-Generaal, raadsheer en burgemeester van Groningen, curator der hoogeschool en lid der Hooge justitiekamer; en Jan W. (geb. 5 Oct. 1662 te Groningen en overl. 20 Sept. 1739), luitenant-generaal en kolonel van een regiment infant. in statendienst, gehuwd met Clara Alting (geb. te Groningen 16 Mei 1672, aldaar overl. 23 Sept. 1762).

< >