NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Wardo, johannes de

betekenis & definitie

WARDO (Johannes de), de Weerde of de Dunis, naar zijne geboorteplaats Waarde in Zuid-Beveland, of naar zijne abdij Duinen bij Veurne, overl. 1293, zou volgens de overlevering de eerste cisterciensermonnik zijn, die den doctorsgraad in de godgeleerdheid te Parijs behaalde. Zijne geboorteplaats, als het ware het middelpunt der uithoven en polders in Zeeland, bebouwd door de monniken der abdij van Duinen, had reeds in dien tijd een kasteel en heeren in nauwe betrekking met die abdij. Dit blijkt uit een oorkonde van 1251, waarin de broeders Theodoricus en Johannes de Wardo voorkomen. Er bestaat echter geen enkele aanduiding, waaruit men kan besluiten, dat de Cistercienser dezelfde persoon is met dezen Jan of dat hij tot die familie behoorde. Het tijdstip zijner intrede in de abdij van Duinen is evenmin bekend als het jaartal zijner geboorte. Na achtjarige studie in het door Clairvaux gestichte (1244) en door Duinen zoozeer begunstigde college St. Bernard te Parijs, trad hij aldaar na zijne graden behaald te hebben als leeraar op. Hij wordt zelfs gerekend als een der eerste leeraars aan het college; daar hij echter in 1292 nog als zoodanig werkzaam was, is dit moeilijk aan te nemen. Overigens is van hem slechts datgene bekend, wat een paar oorkonden mededeelen uit den strijd der orde van Citeaux met Philips den Schoone, koning van Frankrijk. 9 Apr. 1292 werd in de woning van ‘magister Johannes de Dunis regens in theologia’ in het college St. Bernard te Parijs met dezen en Siger oud-deken van Kortrijk als getuigen door de gevolmachtigden van den abt van Citeaux beroep gedaan op den Paus tegen de verdrukking en het geweld van koning Philips. Op denzelfden datum werden door oorkonde van Theobald, abt van Citeaux, met machtiging van het generaal kapittel eenige voorrechten in de orde toegestaan ‘magistro Johanni de Wardo monacho de Dunis in theologica facultate Parisiis legenti’ wegens zijne groote verdiensten en veeljarigen arbeid als leeraar, prediker enz. Het is waarschijnlijk, dat deze voorrechten hem bij het afscheid van het college werden gegeven. De Cronica abbatum de Dunis van de But noemt hem een beroemd predikant ‘cujus sonora predicatio peccantium auribus quasi tuba celestis terribiliter insonuit.’ De bisschop van Kamerijk, Willem van Avesnes, had hem een volmacht gegeven om in zijn bisdom te preken, te absolveeren en tevens overal 30 dagen aflaat te verleenen; dezelfde volmacht was hem ook in het bisdom Utrecht verleend. Te Keulen ‘ob sue dignitatem persone’ werden hem voor zijne abdij 10 hoofden der elfduizend maagden geschonken. De theologische en philosophische geschriften van Johannes gingen bij de plundering der abdij door de Geuzen verloren en de tijd heeft geleerd, dat de hoop om ze in Frankrijk te vinden ijdel is.

Jan de Weerde of de Dunis kan gemakkelijk verwisseld worden met zijn opvolger te Parijs Jan de Sindewint, geboortig van Bouchoute in de Vier Ambachten, overleden 1319 te Parijs. Deze was eveneens magister in de theologie, een verdienstelijk leeraar aan het college St. Bernard, een machtig prediker en werd naar zijne abdij eveneens genoemd Johannes de Dunis.

Zie: Cronica et cartularium monasterii de Dunis (Brug. 1864) 584, 868; Codex Dunensis sive diplomatum et chartarum mediiaeviamplissima collectio ed. J.B.M.C. Kervyn de Lettenhove (Brux. 1875) 186-188, 286, 413, 549; A. de But, Cronica abbatum monasterii de Dunis (Brug. 1839) 13, 62, 66, 175; J. Meyer, Commentarii sive Annales rerum Flandricarum (Antv. 1561)83;C.de Visch, Bibliotheca Script. Ord. Cist. (Col. 1656) 233; dez., Compendium chronol. exordii et progressus B.M. de Dunis (Brux. 1660) 68-69; Féret, La Faculté de théologie etses docteurs les plus célèbres: Moyen-Age. II, 578-580; Histoire littéraire de la France XX, 205-206, 790; G. Müller, Gründung des St. Bernhard-kollegiums zu Paris in Cistercienser-Chroniek. XX (Bregenz 1908) 45. Aug. Pelzer, Livres de Philosophie et de Théologie a l'usage du maitre cistercien Jean Sindewintin Annales de la Soc. d'émulation de Bruges, LXIII (1913) 15-24.

Fruytier

< >