WAGNER (Otto Samuel), geb. omstr. 1747 te Stettin, overl. omstreeks 1815. W. trad 15 Mrt. 1770 in dienst bij het 1e Bat. 2e Regiment von Waldeck en kwam in garnizoen te Dendermonde. 9 Aug. 1779 werd hij bevorderd tot 1en luitenant bij de Lijf(1e)compagnie en 7 Sept. 1781 tot 1en luitenant. Omstreeks dien tijd ging hij over bij het korps Pontonniers. Deze kwamen in 1792 te Breda in garnizoen onder Schouster. W. maakte den veldtocht van 1793 mede en werd in dat jaar bevorderd tot kapitein van de Lijfcompagnie en voorloopig tot commandant van de pontonniers, ter vervanging van Schouster. In 1795 werd hij definitief bevorderd tot kapitein, commandant van de Pontonniers, en maakte zich ten opzichte van dit korps zeer verdienstelijk. Enkele jaren later, 7 Sept. 1797, werd hij adjudant-generaal van den generaal Daendels, te 's Gravenhage en kort daarna bevorderd tot luitenant-kolonel. 5 Mei 1798 volgde zijn bevordering tot kolonel en 21 Juli 1803 werd hij gepensionneerd met den rang van generaalmajoor. Hij wordt vermeld als schrijver van een: Ebauche d'une Théorie des Pontons.
Zie: J. Eysten, Gesch. derNederl. Pontonniers, 86, 91 en 166; voorts uit familieberichten.
Eysten