VRIES (Didrik Arnold de), zoon van den schout Arend de Vries en van Theodora Semeyns, geb. te Enkhuizen 4 Apr. 1700, ald. overl. 25 Jan. 1784 en ergeh. 14 Oct. 1725 met Aafje Ris.
Hij was te Enkhuizen commissaris der kleine regtbank, commies van de verponding, schepen, hoofdofficier 1727 in plaats van zijn vader, raad, kerkmeester, penningmeester Groote visscherij.
Hij bouwde het fraaie huis in de Nieuwe Westerstraat te Enkh. waarin thans het liefdadigheidsgesticht ‘de Vries’, en schonk aan de Zuiderkerk een schoorsteen in de consistoriekamer, waarin zijn wapen is uitgesneden en liet een aanmerkelijk fortuin na. Zijn devies was ‘candide et constanter.’
Zijn miniatuurportret is in familiearchief Semeyns.
de Vries van Doesburgh