NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Verschuer, johan

betekenis & definitie

VERSCHUER (Johan) ofVerschuir, 11 Oct. 1680 te Groningen geb. en 19 Aug. 1737 te Zeerijp gest., zoon van Hendrik V. en Maria Haaks.Hij ontving in zijn geboortestad onderricht in de theologie, doch volgde tevens de lessen in wisen natuurkunde van Bernouilli. In 1702 werd hij tot schoolmeester te Loppersum (Gron.) aangesteld, legde in 1705 zijn proponentsexamen in de theologie af en werd 16 Apr. 1714 tot predikant in 't naburige Zeerijp beroepen. Hij stond bekend als een bekwaam wiskundige, doch dat hem ‘een hoogleeraarszetel aan de parijsche Sorbonne (zou zijn) aangeboden’, is niet waarschijnlijk, hoezeer er van zijn leven slechts weinig met zekerheid bekend is. Hij is gehuwd geweest met Ammerens ter Maat, waaruit Hendrik V., in 1737 predikant te Nerdorp in Oost-Friesland, metMensjen van Haren en met Helena Sygers, die hem overleefde.

Men heeft van hem verschillende werken, o.a.: Zegepralende waarheit (1735); Honigraatje van gezangen tot verkwikking van Zions treuringe

(1735; driemaal herdr.) en Bevindelijke godgeleertheit (1737).

Zie: Boekzaal XLV, 2 (1737) 492-97; Th.A. Romein, Herv. pred. Drenthe 307 en H.H. Bruckerus, Gedenkb. v. Staden Lande 114.

Zuidema

< >