NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Velde, petrus van de

betekenis & definitie

VELDE (Petrus van de), de Velda, overl. 13 Januari 1383. Omstreeks het midden der veertiende eeuw was hij procurator aan de curie te Avignon en sinds 1351 wordt hij in een lange reeks van pauselijke bullen herdacht. Hij verkreeg 4 Juni 1351 de reservatie van een beneficium in het kapittel van Oudmunster en 7 Febr. 1353 in het kapittel van St. Marie te Utrecht. In 1352 was hem het rectoraat der kerk van Voorhout verleend, waarin hij 1 Maart 1353 werd bevestigd. Daarna werd hij kanunnik ten Dom, terwijl hij in 1363 proost van St. Jan werd. Daardoor kwam de kerkte Voorhoutaan Jacobus de Velde, wellicht een verwant. Werd hij steeds magister en licenciaat in decretis genoemd, een bul van Urbanus V, aan hem gericht, noemde hem doctor decretorum. Het rustig bezit der proosdij werd hem bestreden en in 1371 lezen wij van de proosdij en het aartsdiakonaat van St. Jan ‘a Petro de Velde ipsius eccl. canonico injuste occupatis’. Langen tijd hing hierover een proces voorde curie, maar 12 Juni 1373 werd hij in zijn waardigheden bevestigd en 21 Juni 1375 werd nogmaals doorGregoriusXI opdracht gegeven om hem als proost en aartsdiaken van St. Jan te erkennen. Als zoodanig fungeerde hij tot zijn dood in 1383, waarna Aernt van Tricht hem opvolgde. Een andere Petrus van de Velde, uit Schoonhoven, clericus, werd in 1389 in de matrikel der keulsche universiteit ingeschreven.

Zie: Bullarium Trajectense, registers; Hoynck van Papendrecht, Analecta III A, 251-52; Dodt, Archief III (1843) 94 v.v.; ArchiefAartsb. UtrechtXXVII, 109; Versl. en Meded. O. Vad. R. IV, 253; W. Moll, Kerkgeschiedenis van Nederland II: 1 (Arnhem 1866) 157.

van Kuyk

VELDEN (Maarten Etienne van of van de), ged. te's Gravenhage in de Jezuietenkerk 27 Dec. 1664, gest. te Luik 13 Nov. 1724, zoon van Jacob v.V. en Helena Capelman, werd in 1681 ingeschreven bij het college du Faucon

te Leuven en was in 1683 primus in de Faculté des Arts. Sinds 1688 vindt men zijn naam onder de promotielijsten, die hij onderteekende als eerste hoogleeraar in de philosophie aan dat college, terwijl hij vervolgens professeur royal werd in de wiskunde voor den stoel, eens door den cartesiaan van Gutschoven bezet; hij toonde zich hier ‘famosus in experimentis’, aanhanger der nieuwere denkbeelden en bezocht in 1690 Chr. Huygens. 15 Jan. 1691 wilde v.V. door zijne leerlingen twee stellingen doen verdedigen, waarvan de laatste ‘indubitatum estsystema Copernici’ enz. hem, ondanks de tusschenkomst van den internuntius Giulio Piazza te Brussel, groote moeielijkheden met de faculteit berokkende. Hoewel verplicht zich te onderwerpen, deed hij eenige maanden later eene drievoudige serie stellingen drukken over Logica, Physica en Metaphysica, aan een waarvan hij een corollarium toevoegde, het stelsel van Copernicus opnieuw bevestigend. Dit gaf aanleiding tot een tweede proces, waarin de Raad van Brabant en de internuntius zich wederom mengden en v.V. zich na lange twisten en intriges in 1692 opnieuw onderwierp; reeds vroeger had hij bij schrijven van 19 Juli 1691 de hulp van Chr. Huygens en 9 Aug. 1691 persoonlijk die van Const. Huygens Jr. in het leger bij Charleroi ingeroepen. In 1695 deed hij nog eenige stellingen verdedigen, in een waarvan het wereldstelsel van Descartes wordt voorgestaan d.w.z. het mechanisme om dat van Copernicus te verklaren. v.V. heeft vier broeders gehad: Gregorius Johan (ged. 14 Febr. 1667),Ignatius Gerard (ged.31 Dec. 1668),Franciscus Xaverius (ged. 15 Juli 1670) enPleter Joseph (ged. 26 Mrt. 1672), die zich omstr. 1691 onder leiding van den Jezuiet Charles van der Burcht bevonden. Zijn latere levensjaren werden in andere conditie dan de voorgaande doorgebracht. 31 Jan. 1707 werd hij licenciaat in utroque jure, waarschijnlijk met het oog op zijne toelating op 16 April 1707 als kanunnik van St. Lambert te Luik; in 1723 wordt hij ‘prevöt de Thuin’ genoemd. In zijne nieuwe functie maakte v.V. deel uit van verschillende zendingen naar de Staten-Generaal der Republiek.

Zie: A. Stévart, Copernic et Galilée devant l' Université de Louvain (Liège, 1891) reg. en Oeuvres complétes de Chr. Huygens X (la Haye 1905) 106,113.

de Waard

< >