NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Uwens, henricus

betekenis & definitie

UWENS (Henricus), zoon van Henricus enMargaretha Buys, geb. te Nijmegen, 23 Apr. 1618, en 15 Oct. 1634 Jezuïet geworden. Omstreeks 1640 ging hij naar Portugal, met het plan later aan het hof te Peking zijn wiskundige talenten dienstbaar te maken aan de bevordering der katholieke zending. Bij die gelegenheid nam hij den naam zijner moeder aan, en is sedert bijna uitsluitend als Busaeus bekend. In Portugal voltooide hij zijn studiën, ontving de priesterwijding, en schijnt ook les gegeven te hebben in de wiskunde. Hij vertrok 17 Apr. 1647 van Lissabon naar Goa, doch toen hij 18 Sept. daar aankwam, bleek de verdere reis naar China nutteloos, daar de val der Mantsjoedynastie het hof voorde missionarissen gesloten had. Hij hoopte nu zijn wetenschap te kunnen gebruiken aan het hof van den groot-mogol, den machtigen Shah Djahan, te Agra. De Jezuïeten bezaten daar een nederzetting, gesticht door den schatrijken katholieken Armeniër, Murza-zul-carnem, die het beheer had der zoutwinningen bij het Sambharmeer. Op zijn reis deed Busaeus verschillende astronomische waarnemingen, om de bestaande geographische kaarten te verbeteren. Van wetenschappelijken arbeid te Agra is ons, bij gebrek aan bronnen, niets bekend. Busaeus stond er 10 jaar aan het hoofd der kleine inrichting. De grillen van Shah Djahan en zijn dweepzieken mohammedaanschen opvolger Aureng-Zeb dreigden hem en zijn kleine christen-gemeente meermalen noodlottig te zullen worden Persoonlijk was hij zeer bevriend met Shah Djahan's oudsten zoon, Dara, die hem gaarne hoorde spreken over westersche beschaving en godsdienst. Busaeus zou zelfs, zoo dikwijls hij aan het hof verscheen, 50 roepies en 2 sjaals ten geschenke ontvangen hebben. Toen Aureng-Zeb zijn broer Dara had laten ombrengen, nam hij Busaeus mee op zijn tocht naar Kashmir (1662-63). Door de kuiperijen van zekeren Mattheus de Castro, een tot het christendom bekeerd Brahmaan, later titulair-bisschop van Chrysopolis en apostolisch vicaris van Bidjapoer, die zijn invloed gebruikte om de inlandsche vorsten tegen de Portugeezen op te zetten, geraakte Busaeus in de gevangenis. Toen echter de groot-mogol zijn onschuld ontdekte, herstelde hij hem in zijn vroegere eer, of liet hem althans vrij tegen een losprijs, door Mirza-zul-carnem aangeboden. Busaeus overl. te Agra 6 Apr. 1667, gelijk een naamplaat in de Martelaarskapel aldaar aangeeft. Twee brieven, uit Goa en uit Agra zijn in de Archives du Royaume te Brussel (hs. Lettres des missionnaires d'Asie coté 872-915 fol. 147-151).

Zie: Hosten, S.J., Jesuit Missionaries in Northern India and inscriptions on their tombes (Agra) 26-28; Lavisse et Rambaud, Histoire générale VI, 870.

van Miert

< >