NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Thyssen, eduard hendrik gerard

betekenis & definitie

THYSSEN (Eduard Hendrik Gerard), geb. 1832 te Amsterdam, overl. 30 Jan. 1895 aldaar, was de zoon van den volg. Hij studeerde aan het Athenaeum en promoveerde, 19 Sept. 1848, te Leiden na verdediging van een proefschrift, De

enchondromate; 28 Mrt. 1851 promoveerde hij tot chirurgiae doctor, terwijl hij te Amsterdam gevestigd was en reeds tot stads-geneesheer was

aangesteld. 26 Mei 1869 werd hij benoemd tot directeur-geneeskundige van de gasthuizen te Amsterdam; hij bleef als zoodanig werkzaam tot 1883, toen hij eervol ontslag kreeg onder toekenning van een wachtgeld gedurende 5 jaar.

< >