NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Stuers, hubert joseph jean lambert ridder de

betekenis & definitie

STUERS (Hubert Joseph Jean Lambert ridderde) geb. te Roermond 16 Nov. 1788, overl. te Maastricht 13 April 1861, broeder van den voorg., trad in 1805 in mil. dienst,

werd in 1806 benoemd tot 2en luit., in 1809 tot 1en lult. der inf., tijdens de fransche veldtochten van 1812-15 tot adj.-majoor. In 1815 kwam hij als luit.-ko

der cav. in ned. dienst, doch weldra werd hij op nonact. gesteld; in 1817 overgepl. bij het leger in Indië, doch afgekeurd en eervol ontslagen. In 1820, in zijn rang hersteld, vertrok hij naar Batavia; in 1824 bij keuze benoemd tot kolonel, vertrok hij in 1830 naar Ned., werd daar benoemd tot gen.-maj., comm. van het leger, trad in 1835 af en werd toen gepensionneerd.

Behalve de krijgsverrichtingen in franschen dienst (1806-15) heeft de Stuers er eenige medegemaakt in Indië in 1822-23 ter Westerafdeeling van Borneo, in 1824 in Zuid-West Celebes. In dit jaar werd hij henoemd tot hoofd van het burgerlijk en militair bestuur ter Sumatra's Westkust, waar hij - ten gevolge van den Java-oorlog weldra bijna geheel van mil. steun ontbloot - zich met veel beleid wist te handhaven, maar niet voorkomen kon, dat de macht der vijandige partij (de Padri's) zich ten koste van de onze uitbreidde. Na afloop van den Java-oorlog - en na de Stuers' altreden - bleek het dan ook dringend noodig, weder krachtiger op te treden dan in de laatste jaren mogelijk was geweest.

De Stuers werd in 1823 benoemd tot Ridder M.W.O. 3e kl.

Geschriften: De vestiging en uitbreiding der Nederlanders ter W.K. van Sumatra, uitgegeven door P.J. Veth (Amst. 1859-50). De in zijn bezit zijnde stukken over de W.A. van Borneo, dien geleerde ter hand gesteld, gaven dezen aanleiding tot desamenstelling van Bomeo's Westerafdeeling(Z.-Bommel 1854-56). Overdeexp. op Zuid-Gelebes schreef de Stuers in Tijds. v.N.1.1854.

Hij huwde: 1o. 15 Oct. 1830jkvr. Cornelie Catherine Antoinette

Pauline de la Court; 2o. 28 Aug. 1838 Hortense Josephine Constance Beyens.

Zijn portret is op steen geteekend door J.A. Daiwaille.

Zie over zijn bestuur ter Sum. W.K.: E.B. Kielstra, Sum. Westkust van 1826-35 in Bijdr. Kon. Inst v.d.

T.L. en Vk. van N.I. 5e vlg . , II-IV; over den invloed, dien hij later op den gang van zaken ter S.-W.K. trachtte uit te oefenen - en ook, in 1841, uitoefende - id. van 1841-49 in Bijdr. 5e vlg. VI.

Kielstra

< >