NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Snoer, martinus gerardus

betekenis & definitie

SNOER (Martinus Gerardus), geb. 30 Sept. 1830 en overl. 26 Aug. 1895 te Amsterdam, werd opgeleid voor het lager onderwijs, waarbij hij met goed gevolg verschillende examens aflegde, ook voor talen en wis- en natuurkunde (deze laatste volgens de wet op 't L.O. van 1857). De wiskunde werd meer en meer het geliefkoosd studievak voor hem, en met uitstekend succès gaf hij daarin aan verschillende instituten te Amsterdam les. In 1871 zag Snoer zich benoemd tot directeur der Levensverzekering-maatschappij van het Ned. Ond. Genootsch. te A'dam en in 1879 tot wiskundig adviseur van het ‘Onderling Levensverz.-genootsch.’, een voorlooper van de later opgerichte ‘Algemeene Levensverz. maatsch.’ voor onderwijzers. Van 1872-82 was hij tevens lid van 't Hoofdbestuur van het N.O.G. In 1875 zag een geschrift van hem het licht: Lijfrente en Levensverzekering, dat algemeen geroemd werd. Voorts was S. mederedacteur van het Tijdschrift voor reken-, stel- en meetkunde (1853-77), en in een vroegere periode, medewerker aan den Evang. Luth. Volksalmanak, ‘Een vaste burg is onze God (1854-58).

Zuidema

SOERMANS (Martinus), geb. te Woudrichem, gedoopt aldaar 17 Nov. 1638 als Maerten; overl. te Leiden ofte Haarlem in 1705; zoon van Jan Zourmans envanDeliana van Eyck.

Hij studeerde te Leiden in de theologie en gaf zich, candidaat geworden, op den 21 Aug. 1662 bij de Classis van Amsterdam aan voor den indischen kerkdienst. Hiervan schijnt niets gekomen te zijn. Tot predikant beroepen te Goudriaan, trad hij daar in Dec. 1663 in bediening en eindigde aldaar zijn dienst in December 1699, als wanneer hem emeritaat werd verleend. In 1701 woonde hij te Haarlem, doch hij werd (als em. predt.) weder te Leiden als student ingeschreven op 21 Febr. 1703. Vermoedelijk woonde hij dus te Leiden en werd hij student om vrijdom van accijnsen enz. te bekomen.

Soermans is tweemaal gehuwd geweest. Hij huwde eerst te Schoonhoven 2 Jan. 1666 met J ohanna Coopman, j.d. van Schoonhoven, en daarna te Amsterdam 1 Nov. 1667 met Anna van Delft, j.d. van Amsterdam.

Uit het eerste huwelijk een zoon Emundus (ged. 6 Oct. 1666), uit het tweede een zoon Johannes. (ged. 20 Juli 1670) en een dochter Elisabeth (ged. 15 Mei 1672). De zoon Johannes werd predikant te Giessen-Oudkerk en Peursum (1692-1731) en overl. als emerit. 1 Maart 1754. Een zoon van dezen, Martinus Cornelius Soermans, werd in 1719 predikant te Knollendam en vertrok van daar in hetzelfde ambt in 1728 naar Hamburg.

Ds. Martinus Soermans beoefende de nederd. poëzie, doch zijn gedichten zijn zeer middelmatig en reeds lang vergeten. Hij blijft echter bij kerkhistorici bekend door drie werkjes t.w. Kerkelijk Register van de plaatsen en namen der predikanten van alle de Classes, gehorende onder de Synodus van Zuyd-Holland, van 't begin derReformatie totnu toe (1e druk, gedateerd Goudriaan 6 Sept. 1695, 2e druk, gedateerd: Haarlem 9 Nov. 1701 ‘merkelijkverbetert, vermeerderten vervolgttot hetjaar 1701’). Op dit boekje verscheen in 1765 een vervolg door Ds. Henr. de Jongh (zie II kol. 640) en een vervolg, maar als afzonderlijk werk in het licht gegeven, door Joh. Henr. Brans (zie II kol. 241)

Het tweede boekje van M. Soermans is: Academisch Register, behelzende de Namen en de Waardigheden degenen welke zijn geweest in bedieningen der universiteit te Leiden, ofeenige betrekking tot dezelve hebben (Amsterdam 1702).

Het derde eindelijk is getiteld: Synodaal Register, inhoudende de Namen en Bedieningen degenen die in het jaar 1579 en vervolgens tot 1703 afgezonden en verschenen zijn in de Z.H. Synodus, zijnde het Tweede Deel van het Kerkelijk Register, (Amsterdam 1704).

De mededeelmgen aangaande 's mans burgerl. stand ontving ik van den heer J.L.G. Kingmans secr. van Woudrichem, en van Ds. G. Alers te Goudriaan. Zie: van der Aa, N.B.A.C. Woordenb.; van Troostenburg de Bruyn, Biogr. Wdb. O.I. predtn., enWaldkirch Ziepprecht hs. Univ. Bibl. Leiden.

Regt

< >