SCHOUTEN (Petrus), geb. te Hoorn, overl. te Alkmaar 16 Oct. 1805, oud 59 jaren, werd in 1782 pastoor te Oegstgeest, in Mei 1790 der S. Matthiaskerk te Alkmaar.
In 1785 werd hij door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen bekroond voor de beantwoording harer eerste prijsvraag: Welke bewijzen leveren natuur en reden op voor het bestaan van God; in hoeverre kunnen wij dit Wezen kennen, en welke zedenkundige gevolgen kunnen daar uit afgeleid worden? De staatsomwenteling van 1795 begroette hij met een preek: Ons verlost en juichent Vaderland; naar aanleiding dezer woorden: Dit is door den Heer geschiedt, en is wonderlijk in onze oogen. Psalm 117, v. 23. Voorgesteld, op den eerste Zondag der Bataafsche Vrijheid, den 25 Januarij 1795, door den burger P.Schouten (Amst.). Een exemplaar dezer preek werd 20 Maart uit eene voorname stad in Holland gezonden aan de Provisioneele Representanten met een ongeteekenden brief, waarbij Schouten aanbevolen werd als bisschop der r.c. missie. De Representanten namen 1 April kennis van dit schrijven, maar hielden het buiten deliberatie.Behalve de beantwoording der prijsvraag en de politieke preek heeft van S. het licht gezien: 't Heilig verlangen naar den Messias, voorgesteld in 4 Predicatiën, op de vier Zondagen van den Advent (Amst. 1793); De ware godsdienst 1794 (opnieuw
uitgegeven te Rotterdam 1828); Overgang van Frans Voorhout, uit de gemeenschap der Gereformeerden naar die van de Roomsch Katolijke Kerk, door zijne openbaare belijdenis van derzelver leere, gedaan te Alkmaar, op Zondag 10 September 1797, voorgesteld naar aanleiding der woorden: Hand. IX: 21 (Amst. en Alkm.);
De overgang van Frans Voorhout... verdedigd; ter beantwoording van een geschrift, genaamd: De overgang van Frans Voorhout... getoetst, Voorrede. Voornaamlijk ingericht ter beantwoording van het Drietal Brieven, over gemeden Overgang, tusschen Vrienden te Utrecht en teAlkmaar, 56 bl., vóór de Verantwoording van Frans Voorhout, en Narede van 72 bl. achter het vierde en laatste stukje der Verantwoording (Amst. en Alkm. 1798); Een kort doch genoegzaam antwoord op een ander. De beschuldiging van den pastoor P. Schouten wederlegd (Amst. en Alkm. 1799-1800, 4 st.); Beantwoording der vraag: welke bewijzen leveren natuur en rede voor het bestaan van de godsdienst en welke bewijzen zijn er voor het bestaan eener onfeilbare kerk (Amst. 1802); Godvruchtige bedenkingen over het Onze Vader (Amst. 1803); Uitbreidingwegens 'tHeiligSacramentdes Autaars, en de Heilige Offerhande der Misse, volgens de 32ste en 33ste Les der Mechelsche Catechismus (Amst.); Ook te Rotterdam als: Uitbreiding van het onderwijs der roomsch katholijke jeugd wegens het H. Sacrement, Vredewensch aan de roomsch-katholijke gemeente te Obdam, den 10 October 1803, by gelegenheid der inwijding van het door dezelve verkregen kerkgebouw, naar aanleiding dezer woorden: Vrede zij dezen huize Matth. X, 21 (Amst. 1803); Bijvoegsel tot den vredewensch aan...; ter verantwoording van hetgezegde in dezen, wegens de herkomst van het door dezelve verkregen kerkgebouw, welk gezegde Ds. H. van Bork, predikant bij de hervormden te Wognum en Wadwai, in zijne redevoering, den
6 November l.l. of aan onkunde, of aan moedwilligheid heeft toegeschreven (Amst. 1804); Predicatie over de zorg der ouders voor het welzijn hunner kinderen, naar aanleiding van het gebed eener oversten der synagoge aan Jesus, voor de behoudenis van zyn twaalfjarig dochtertje, Matth. IX, vs. 18 (Amst. 1804). Voor de uitgave van De ware godsdienst is Schoutens portret geplaatst, gegraveerd door L.A. Claessens.
Zie: Bijdr. bisdom HaarlemXXI, 190, 304; XXIX, 328.
Bruinvis