NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Sander, johannes coenraad

betekenis & definitie

SANDER (Johannes Coenraad), hoofd eener school en directeur der Rijksnormaallessen te Schiedam, waar hij 7 Nov. 1906 overleed. Geb. 5 Jan. 1835 te Voorburg, ontving hij hier zijn opleiding bij H. Hemkes (I kol. 1067), totdat hij in 1849 op de kweekschool voor onderwijzers te Haarlem kwam, onder leiding van Prinsen (II kol. 1133). In 1859 tot hoofdonderwijzer te Lier benoemd, werd hij dit 8

jaar later te Schiedam, waar hij bijna 40 jaren tot heil der jeugd heeft gewerkt. Sedert 1876 was hij hier tevens directeur der Vormschool voor onderwijzers, die later veranderd werd in een Rijksnormaalschool. Algemeen werd hij om zijn bekwaamheid en degelijkheid geroemd.

S. schreef: De kleine Humboldt, Grepen uit de land- en volkenkunde van Noordelijk Europa;

Onze omgeving; Schetsen uit de Vaderl. geschiedenis en Schetsen uit het groote boekdergeschiedenis, alle b ij herhal i ng herdrukt, evenals het met z ijn vri end en ambtgenoot J. W i jma geschreven: Bezoek aan Nederlandsch- Indië. Met dezen laatste schreef hij ook: Uit onze geschiedenis en Uit den oorlog van 1870-71 (2dln.). Voorts schreef hij, als medewerker aan de Schiedamsche Courant, tal van hoofdartikelen e.a. stukken in dit blad.

Zie: Schied. Courant v. 8 en 11 Nov. 1906.

Zuidema

< >