NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Rosseau, jakobus

betekenis & definitie

ROSSEAU (Jakobus), leefde in de eerste helft der 17e eeuw, waarschijnlijk te Amsterdam. De volgende uitgaven van zijn geschriften zagen daar het licht, voor zoover het tegendeel niet gemeld is; ze dragen bijna alle den naam Jakobus Rosseau of J.

Rosseau op het titelblad, behalve een viertal dat slechts de letters J.R. heeft, doch in van der Marck, Naemrol, aan hem wordt toegeschreven. De zingende kraamerofvermaakelykeKrispyn, kaamerspel (1708; 1718; 1724; Erven wed. J. van Egmont, z.j.; Erve H. van der Putte, z.j.; en Purmerend, 1744), van belang door dat Krispyn in dit verhaal van zijn levensgeschiedenis een aantal coupletten of regels van straatliedjes vlecht; De welmenende bedrogen, klugtspel (z. pl. 1714); Aran en Titus, of wraak en weerwraak, boertig berymt (1716), een parodie op het gelijknamige stuk van J. Vos; Het verjaarfeest van Venus, gehouden in de zaal van Jovis. Als mede Vulkanus aan de hol; Zyn ziekbed enz. (1717), een gedicht; De bootermarkt, klugtspel.... Al weer door den tijd.

J.R. (1718, en, zonder auteursnaam: In Holland, 1719); De helsche kermis (1718), gedicht, waarin p. (59)-88: De belagchelyke waterzugt, klugtspel (bij v.d. Marck terecht ook aan R. toegeschreven); Medea, boertig berymd (1722), parodie op het bekende stuk van J. Vos; De verliefde grysaart, blyspel door J.R. (1732); De zingende matroos, of vermakelyke bootsgezel, kamerspel (1735); De snoevendeminnaar, ofgewaandegraaf, Boertigblyspel (by P. Aldewereld, z.j.); De verkeerde waereldt, boertig blyspel door J.R. (wed. J. van Egmont, z.j., blijkens vignet 1732 of later); Krispyn wyvebeul. Boertigklugtspel door J.R. (wed. J. van Egmond, z.j.; 1732 of later); De triompherende harderin. Bly-eindent treurspel(A. Olofsen, z.j.). Te Winkel, Ontwikkelingsgang III, 177 schrijft aan R. nog toe een anoniem verschenen Samenspraak, gehouden in de and're waereld tusschen Jan van Gyzen en eenige and're versturve poeëten. Ook mede al de lykdigten ....op het afsterven van.... Jan van Gyzen (1722); iets dergelijks als de bekende Geest van Tengnagel: o.a. verschijnen Vondel en Cats hier ten tooneele. Niet zijn mij bekend exemplaren van De hel bestormt door de goden ‘dat in 't kort van den zelven auteur staat uit te komen’ (volgens bericht achterin de uitg. van 1708 van de Zing. kraamer) en van R.'s Apolloo's Pruiiekraam en zijn Verderfderjenever (blijkens de uitg. van 1724 van de Zing. kraamer te bekomen te Amsterdam bij J. van Egmont).

Ebbinge Wubben

< >