ROIJEN (Henricus van), 10 Dec. 1760 te Noordwijk a. Zee geb. en 16 Juli 1844 te 's Gravenhage overl.; zoon van Abrah a m v.R., predik. te Noordwijk a. Zee. Hij bezocht de latijnsche school te Leiden en studeerde hier vervolgens in de letteren, onder Valckenaer en Ruhnkenius. Als student sloot hij een nauwe vriendschap met J.H. van der Palm, waarvan 13 Sept. 1832 door beiden het 50-jarig bestaan werd gevierd. Na voltooide studie, werd v.R. rector der latijnsche scholen te Vlissingen, waar hij in 1791 eershalve van de regeering dier stad den titel ‘Lector Historiarum et Linguae Graecae’ ontving. Ten gevolge van veranderde tijdsomstandigheden, betrad hij in 1795 de staatkundige loopbaan en werd, na de herstelling, door koning Willem I tot staatsraad in gewonen dienst benoemd, welke betrekking hij tot kort vóór zijn dood bekleedde.
Van R. beoefende met goed gevolg de oude letteren, inzonderheid de latijnsche poëzie, waarin meer leden van zijn geslacht hebben uitgemunt.
Doch ook de nederlandsche letteren verwaarloosde hij niet, zooals blijkt uit zijn gedichten: Feestzang voorden 19den Dec. 1799, bijhetplechtig vieren van den aftocht des vijands en het geheel verlaten van den Bataafschen grond door de Engelsch-Russische legerbenden (1799); De tachtigjarige verjaring van mijn Vader (1810); Gouden bruiloft (van neef Loke; 1819), en Bij de ter aarde bestelling van Joh. Kappeyne van de Coppello op Eikenduinen, 2 Mei 1833. In 't Latijn schreef hij o.a. een gedicht ter eere van De Ruiter, dat in 1792 het licht zag, met een navolging in nederduitsche dichtmaat door Joh. Houtman Thz. Ook werkte hij aan een nieuwe uitgaaf van Sulpicius Severus,die echter onvoltooid gebleven is.
V.R. was lid van verscheiden geleerde genootschappen, curator van de latijnsche school te 's Gravenhage (die mede voor zijn toedoen tot een gymnasium werd uitgebreid), lid van de plaatselijke schoolcommissie in laatstgenoemde stad enz. Ook bekleedde hij een tijdlang de betrekking van administrateur der posterijen. In het Nederl. Jaarb. hiervoor (jaarg. 1850) vindt men zijn portret.
Hij was gehuwd met Anna Maria Lonyssen.
Zijn portret bestaat in steendruk door F. Waanders.
Zie: Levensber. Letterk. 1845, 8, en C. Bax, Prolusio Scholastica habita die II Sept MDCCCXLIV, qua .... etmemoriam coluit viri amplissimi Henrici van Roijen.
Zuidema