NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Rijkens, roelf gerrit

betekenis & definitie

RIJKENS (Roelf Gerrit), verdienstelijk onderwijs- en opvoedkundige, 5 Sept. 1795 te Garmerwolde, waar zijn vader onderwijzer en organist was, geb. en 26 Febr. 1855 te Groningen overl. Al vroeg kwam hij aan 't hoofd van een klein winterschooltje (des zomers bleven de kinderen buiten) te Onnen (gem.

Haren, bij Groningen), bleef vlijtig studeeren, onder aanmoediging van den schoolopziener Th. van Swinderen, en zag zich in 1812 tot organist en onderwijzer der weezen bij de luthersche Gemeente te Groningen benoemd. Weldra verbond hij hieraan een bijzondere school der 2de klasse (dag- en kostschool) die tot grooten bloei kwam, dank zij zijn ijver en bekwaamheid. ‘Vroolijkheid was de grondtoon, aanschouwing de grondslag, ontwikkeling en vorming van 't verstand en veredeling van 't hart het doel van Rijkens' onderwijs; liefde voor de kinderen was de drijfveer die hem daarbij bezielde’. In meer dan één opzicht is R. te Gron. ruim 40 jaren nuttig werkzaam geweest; onder meer richtte hij er het gesticht voor bejaarde onderwijzers, onderwijzeressen en onderwijzersweduwen op. Ook kwam vooral door zijn toedoen in 1835 het weduwenen weezenfonds, en later het ondersteuningsfonds voor onderwijzers in de prov. Groningen tot stand. Tevens zagen een aantal uitmuntende school- en kinderboekjes, handleidingen voor aankomende onderwijzers en bijdragen in opvoedkundige tijdschriften van zijne hand het licht.

De eerste plaats hieronder wordt wel ingenomen door zijn Practische handleiding voor het eerste onderwijs, om de jeugd binnen korten tijd volgens de natuurlijke wijze te leeren lezen (1822) en zijn Natuurlijke lees-leerwijze (1846). Want evenals zijn tijdgenoot Prinsen (kol. 1133) heeft ook R. groote verbetering zoowel in de bestaande spelmethode als in 't aanvankelijk leesonderricht in 't algemeen gebracht. Verder schreef hij: De vrolijke en kinderlijke leidsman tot God (1827); Verhalen en vertellingen voor verstand en hart (1854); Vertellingen van den onderwijzer Schoolvriend over Nederl. voortbrengsels der natuurl. historie. Metpl. (1835-44); Dekleine Buffon, ofnat historie voorkinderen (4de dr. 1854); Willem Reislustof Aardrijksk. beschrijving van hetKon. derNederl. Met kaait (3de dr. 1848); De jeugdige

vrienden van ons vaderland ofde geschied. van hetzelve (5de dr. 1850); Vader Edelhart ofde bijbelvriend, bevattende de gesch. des H. Schrifts voor jonge kinderen (5de dr. 1851); Praktische handleiding voorhet teekenen (1842); Praktische handleiding voorkunstmatige lichaamsoefeningen (1843); De bewaarschool. Praktische handleiding voor hen die bewaarscholen willen oprichten (1846); Aanschouwelijk onderwijs. Handleiding voor bewaaren lagere scholen ter vorming van verstand en hart, volgens den geest van Pestalozzi en Nieuwold (1847); Staatsbelang en ouderzorg, of volksveredeling door de verbetering der lichamelijke opvoeding in huizen, scholen en liefdadige gestichten (1849) en De meeningen van Groen van Prinsterer c.s. tegenover die van Thorbecke e.a. over het lagere onderwijs bescheiden getoetst (1852).

Zijn portret is op steen geteekend.

Zie: J.Versluys, Gesch. opvoeding en onderwijs IV (1879) 171 e.v.

Zuidema

< >