REINALD IV, hertog van Gelre, zoon van Willem hertog van Gulik en Maria van Gelre (kol. 1188), broeder van Willem I, welken hij bij diens dood in 1402 opvolgde. Hij regelde terstond het muntwezen en gaf aan verschillende streken landrechten; gewikkeld in een oorlog met Kleef was hij bij verdrag (1406) verplicht voor 10,000 oude gouden schilden de Lijmers af te staan.
Sedert het begin van den rampspoedigen Arkelschen oorlog was Reinald herhaalde malen in de bres gesprongen voor zijn zwager Jan van Arkel; hij trachtte steeds den vrede tot stand te brengen tusschen hem en den graaf van Holland en later tusschen Jan en diens zoon Willem, hetgeen hem eindelijk gelukte. De Arkels vermeesterden met geldersche hulp hun stad Gorkum, die tot de hollandsche zijde was overgegaan (13 Sept. 1407); een oorlog tusschen Reinald en Willem VI, graaf van Holland, was hiervan het gevolg, welke eerst in Mei 1409 met een vrede te Utrecht eindigde, nadat wederzijdsche krijgsbenden in Tieler- en Bommelerwaard geducht hadden huisgehouden. Reinald verkreeg door dit verdrag het beheer over de inkomsten van het land van Arkel; korten tijd later stond hij aan zijn zwager van Arkel de heerlijkheid Oijen en zooveel andere geldersche leenen af, dat het geheel een jaarlijksch inkomen van 5500 rijnsche guldens opbracht. De vrede tusschen Holland en Gelre was echter niet duurzaam en reeds in 1412 begonnen de vijandelijkheden opnieuw, welke vooral de omstreken van Amersfoort, Kuilenburg en Vianen tot tooneel hadden; door bemiddeling der bisschoppen van Utrecht en Luik werd op 26 Juli 1412 te Wijk-bij-Duurstede een verdrag geteekend, waarbij Gorkum aan Holland werd toegewezen. Reinald hield zich nu geruimen tijd bezig met het herstellen der schade, die de langdurige oorlog in zijn land had teweeggebracht, maar geraakte omstr. 1417 is twist met zijne onderdanen, waarvan ridderschap en steden zich eigenmachtig vereenigden om de belangen des lands te bespreken. De hertog was genoodzaakt zich hierbij neer te leggen en aldus de eerste organisatie der latere Staten van Gelderland toe te laten. Terwijl een oorlog, welke de hertog vereenigd met Jan van Beieren tegen Utrecht ondernomen had, nog in gang was, overl. hij op 25 Juni 1423 te Ter Let bij Rosendael, en werd in het klooster Munnikhuizen bij Arnhem begraven. Hij was in 1405 gehuwd met Marie, dochter van Jan graafvan Harcourt en Aumale,welkehem geen kinderen naliet en in 1426 hertrouwde met Robert graaf van Berg en Gulik. Hij werd opgevolgd door Arnold van Egmond (I kol. 174).
Zie: Nijhoff, Gedenkwaardigheden III en Gouda Quint, Bibliogr. Geld. 16.
Obreen