NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Reede-ginckel, frederik christiaan baron van

betekenis & definitie

REEDE-GINCKEL (Frederik Christiaan baron van), IIe graaf van Athlone, baron van Agrim, vrijheer van Amerongen, enz. Geb. te Utrecht (?) 20 Oct. 1668, overleden te Sluis in Zeeland 15 Aug. 1719, begraven te Amerongen; zoon van Godard (kol. 1017) Ien graaf van Athlone, en van U.Ph. van Raesfelt.

Bij afstand door zijn vader, beschreven in de ridderschap van Utrecht 7 Dec. 1701. Hoogheemraad van den Lekdijk-bovendams en van het waterschap Woerden. Hij werd 12 Nov. 1696 kolonel bij de cavalerie en 14 April 1704 majoor-generaal over alle compagnieën paarden. Als zoodanig wordt zijn naam met eere genoemd in den slag bij Ramillies, 23 Mei 1706. Bevorderd tot luitenant-generaal 1 Januari 1709, werd hij in 1710 tusschen Deinse en Kortrijk door 4000 Franschen uit Yperen overvallen, het transport, dat hij met een zwakke bedekking van cavalerie geleidde, veroverd en vernield en hij zelf gevangen genomen.

Benoemd tot gouverneur-commandant van de stad Mons 19 Mei 1713, werd hij 26 Febr. 1718 (op een jaarwedde van ƒ 3000) aangesteld tot gouverneur van Sluis in Vlaanderen. Hij verving daar den beroemden F.N. Fagel, die overleden was. Slechts ruim een jaar was van Reede in deze functie werkzaam, toen hij door den dood aan zijn ambt werd ontnomen.

Hij huwde (huw. voorw. opZuilestein 2 Maart 1715) metjkvr. Henriëtte van Nassau-Zuylestein, gedoopt te 's-Gravenhage Gr. kerk 22 Dec. 1688, overl. te Utrecht (ofte Arnhem) 24 Juli 1759, begr. te Amerongen; dochter van Willem, Ien graaf van Rochfort (I kol. 1367) en van Jane Wroth de Durance.

Uit dit huwelijk drie kinderen: Godard Adriaan, IIIe graaf van Athlone, op 20 j. leeftijd op de academie te Marburg overleden; Frederik Willem (1) (kol. 1015), en Ursula Christina Reynira barones van Reede-Ginckel, gemalin van Jan baron van Tuyll van Serooskerken.

De levensgroote portretten van F.C.v. Reede (door Theo Netscher) en van zijn echtgenoote (door Collosius, 1727) hangen op het huis Amerongen. De drie kinderen mede op een schilderij aldaar.

Zie: Bosscha, Neerl. Held. te land, II, 288 en 371 noot; Utr. Placcaatboek I, 318; Jaarb. Ned.Adel. 1892/93,249; W.M.C. Regt, Het geslacht Nassau-Zuylestein in Gen. Her. Bladen II, 486-501; Moes, Icon. Bat. no. 6263 en 5301 (schilder onbekend); Inventaris van archieven op hethuisAmerongen (1902); Dictionaryof Nation. Biography XXI, 387.

Regt

< >