NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Pol, herman

betekenis & definitie

POL (Herman), 1811 te Hengelo geb., 8 Mei 1845 te Amsterdam overl., studeerde eerst een drietal jaren aan het athenaeum te Deventer, toen nagenoeg evenlang aan de hoogeschool te Groningen, waar hij in 1834 tot Lit. hum. doctor et phil. theor. magister bevorderd werd, na verdediging van een diss.: DeAristophane poeta Comico. Door een spraakgebrek ongeschikt voor het bekleeden van een gewone betrekking bij het onderwijs, vestigde P. zich als privaatonderwijzer te Amsterdam, waar hij een groot aantal leerlingen voor de academische lessen heeft bekwaamd.

Als schrijver is hij bekend door een paar bundels

Grieksche tafereelen (1837); door een Woordenboek op Homerus, bewerkt naar het Hoogd. van Crusius (1837) en door zijn Handboek derAlgemeene geschiedenis ten dienste van scholen en huisonderwijs (1841 en 42; drie deelen). Ook verschenen van zijne hand verscheidene recensies en bijdragen voor het Mengelwerk in de Gids.

Zie: Konst- en Letterb. 1845, I, 369.

Zuidema

< >