NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Persijn, pieter harmensz. van

betekenis & definitie

PERSIJN (Pieter Harmensz. van), geb. te Alkmaar, aldaar begr. 27 Jun. 1628, zoon van Harmen Aertsz. Clock, van Tienhoven, die in 1561 poortervan Alkmaar geworden den ‘Roömolen’ kochten bemaalde, daarna biersteker werd en in het begin van 1600 overleed.

Pieter werd als student te Leiden ingeschreven 12 Mei 1586 in de rechten, 6 Sept. 1589 in de letteren en 29 Apr. 1591 in de medicijnen. Op zijn hierna te vermelden portret wordt hij ‘medicinae jurisque peritus’ genoemd. Hij huwde in Jan. 1595 te Delft met Maritgen, dochter van Jan Joosten Glimmer, werd schepen voor de jaren 1602, 3, 5, 6, 9 en 10, maar verloor deze betrekking bij de regeeringsverandering op 22 Febr. van laatstgenoemd jaar, tegelijk met den door hem in 1606 bekomen zetel in de vroedschap. Met het schepenambt had hij den naam van Persijn aangenomen. Eerst bevriend met ds. de Jager (Venator) geraakte hij, waarschijnlijk uit jaloezie, overhoop met dezen. 8 Jan. 1609 kwamen gedeputeerden van de noordhollandsche Synode en de classis de vroedschap verzoeken, den predikant te schorsen, totdat hij zich zou gezuiverd hebben van het hem ten laste gelegde, niet minder dan poging om de vrouw en eene nicht van Persijn tot echtbreuk te verleiden. De vroedschap ging op dit verzoek niet in en de Hooge Raad besliste 22 Juli, dat de ingewonnen informatiën geen grond gaven om tegen den beklaagde eene rechtsvordering in te stellen.

Venator nam in zijn in 1611 gedrukt Claerende Doorluchtich Veitooch een loopje met zijn aanklager. Deze voegde zich na het ontslag van ds. van Hille bij de doleerende gemeente en in 1612 liet hij drukken: Corte, Nootwendighe, ende uytgheparste verantwoordinghe, eens Borghers van Alcmaer, wiens naeme hier nae te vinden is: Teghens eenighe lasterlijcke ende onwarachtighe diffamatien ende faem-roovinghen, teghens hem ongehoortzijnde, den 14. JulijAnno 1611. In openbaren drucke uytghegheven: onder den Titulen ende namen van Burghemeesteren, Vroetschappen, ende Kercken-raet der Stede Alcmaer, ende Ghemeente respective: In een Boeck gheintituleert oft

ghenaemt, Nootwendich Historisch verhael, etc., 71 bl. in 4o. De vroedschap achtte 4 Nov. dit schrijven lasterlijk jegens den magistraat en den kerkeraad, en paste, wijl hij zijne daad niet wilde repareeren, den 5. de zachtste straf op hem toe, ontzegging der stad; maar men vond redenen om met de toepassing eenigen tijd te wachten. Toen in December 1614 kwade geruchten verspreid waren aangaande Venator in betrekking tot Lijsbeth Jansd., vrouw van den soldaat Jan Corti, stelde P. zich duchtig op den voorgrond, maar na langdurige verhooren verklaarde de vroedschap 3 Mrt. 1615 de geruchten voor lasterlijk, en besloot zij den volgenden dag, daar v. Persijn onwillig bleef om den magistraat en den kerkeraad voldoening te geven en het door zijne laatste handelwijze ernstig verkorven had, de vroegere resolutie te executeeren en hem binnen 14 dagen de stad te doen verlaten. Eerst 18 Nov. 1619 werden de beide besluiten door de vroedschap geannuleerd en gecasseerd. 19 Juli 1615 is van v. Persijn een kind Pieter genaamd gedoopt, welke zoon in 1636 huwde met een burgemeestersdochter van Hoorn.

Het doopboek der herv. gemeente vangt eerst aan met 1614, zoodat daaraan ontbreken Arnoldus Petri aPersijn Alcmarianus,7 Jan. 1625 op 25-jarigen leeftijd te Leiden als student in de medicijnen ingeschreven (16 Mei 1632 ondertrouwd met Adriana Burgghraef, weduwe van Daniël Colterman), en Reinier, die het zelden voorkomend portret van zijn vader naar de schilderij van Frans Menton graveerde. Kinderen zijn begraven 5 Dec. 1598 en 15 Aug. 1607 en een zoon 1 Oct. 1622.

Zie: Bruinvis, Het alkmaarsche kerkgeschil op 't ergst en Verdrukking en Volharding derRemonstranten te Alkmaarin 1619 en volgende jaren (beide Alkm. 1894).

Bruinvis

< >