PAGENSTECHER (Johannes Alexander Wynandus), geb. te Hamm 30Sept. 1723 als oudste zoon van professor Hendrik Theodorus P. en Johanna Theodora van Scherpenzeel, overl. te Harderwijk 23 Aug. 1796 en begraven aldaar 27 Aug. 1796. Zijn studie in de rechten volbracht hij te Duisburg, waarheen zijn vader kort na zijn geboorte vertrokken was.
Intusschen volgde hij ook het onderwijs te Leiden, waar hij 19 Febr. 1743 alsPagensteccher ingeschreven was. Spoedig daarna verkreeg hij te Duisburg den doctorstitel op een Diss. inaug. de emendatione legum per transpositionem verborum (Duisb. ad Rh. 1744). Na tal van jaren als collega zijns vaders te Duisburg gestaan te hebben, werd hij 28 Oct. 1757 als opvolger van Marckart tot professor juris te Harderwijk beroepen, welk ambt hij 14 Juni 1758 aanvaardde met een Oratio inaug. de Jurisprudentia Tertulliani (Hard. 1758). Vele jaren heeft hij met lof den professoralen zetel bekleed; zijn bekwaamheden als jurist worden zeer geroemd, terwijl hij behalve het jus civile ook leen- en natuurrecht doceerde. Het romeinsche recht gaf hij naar het handboek van Westenberg; blijkens dictaten hield hij college over de Groots de Jure belli ac pacis. In 1759,1771 en 1783 werd hem het rectoraat toevertrouwd, in 1780 verkreeg hij den titel van professor juris primarius.
In 1794 als zeventigjarige grijsaard werd hij onder toekenning van den titel van honorair prof. ontslagen van het houden van college. Als rector aftredend sprak hij achtereenvolgens: de Utilitate, fundamentum obligationis non constituente, neque in statu naturali, neque in statu civili adventitio; de Jurisprudentiae naturalis praestantia en de Militibus alieno stipendio militantibus.In 1748 huwde hij Maria Elisabeth von Groin, overl. te Harderwijk en begraven aldaar 29 Febr. 1803. Kinderen uit dit huwelijk waren: Theodorus Johan Alexander en Reinhard Hendrik George, die volgen, benevens: Maria Theodora P., geb. 1751 en gehuwd in 1784 metCornelis Math. von Groin
(1740-1824); een zoon Johan Albrecht Willem P. in 1778 tot doctor juris gepromoveerd en advocaat te Oldenzaal, en een dochter Anna Helena Winanda P., overl. 1830 te Oldenzaal.
Zie: Bouman, Gesch. Geld. Hoogesch. II, 278-82; 489-90; Catalogus derBibl. Maatsch. Ned.
Letterk. I (Leiden 1887) hss. 74 en 85; gedr. werken 562; J.H. Withof, Acta Sacrorum Secularium Acad. Duisburgensis (Duisb. 1756) 5,17,122 en 129, van belang, daar het eeuwfeest in 1755 viel onder zijn rectoraat.
van Kuyk