NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Oostdijck, nicolaas (2)

betekenis & definitie

OOSTDIJCK (Nicolaas) (2), geb. te Goes omstr. 1598, zoon van den voorgaande, werd 18 Apr. 1613 te Leiden ingeschreven als stud. art. lib. en na het huwelijk zijner zuster Soetgen op 6 Aug. met Mr. Johan Smallegange (zie dit deel), nogmaals 12 Febr. 1618 als stud. phil. Te Goes was hij 29 Dec. 1624 getuige bij den doop van een zoon zijner zuster Soetgen, den lateren kroniekschrijver Mattheus Smallegange. Na zijne promotie tot med. dr. kwam hij met attestatie van Goes, tegelijk met zijne zuster Maria O., 15 Juni 1625 te Middelburg ter avondmaal en ondertrouwde daar, 4 Mrt. 1626, met den uit Vere geboortige, maar te Goes wonende Anna van Reigersberch, uit wie Jonas (ged. 4 Apr. 1627) en Catarina O. (ged. 1 Nov. 1628). Ter Kon. bibl. is een brief van hem d.d. Middelburg 5 Jan.

1629, aan Just. van Assche (I kol. 187) wiens Meditationes physicae hij toen terugzond. Hij is waarschijnlijk overleden omstr. 1631 en zeker vóór Mei 1634.

Komt zijne zuster Soetgen sinds 1632 te Middelburg als schoolhoudstervoor, Maria ondertrouwde aldaar 10 Dec. 1632 met Johannes Lievensen Bleeckers, 14 Aug. 1638 met Abraham van Pere uit Vlissingen en 11 Febr. 1640 met Just. van Assche. Hare zuster Sara ondertrouwde te Middelburg 23 Aug. 1636 met Johannes Symonsz. Laccher, uit die stad, Leonora 30 Oct. 1638 met Mathijs van der Meere uit Willemstad en Dina 12 Febr. 1639 met Hugo van Hodenpijl van Delft. Maria's neef Michiel O., geb. te Goes in 1618, was apotheker te Middelburg, waar hij 23 Mrt. 1641 ondertrouwde met haar stiefdochter Maria Bleeckers en 17 Mrt. 1658 overleed.

de Waard

< >