MERWYCK (Willem van) (1), overl. 1585, heer van Kessel enz. zoon van Caspar
(1) en van Margaretha van Welzow, beleend met Kessel 25 Sept. 1555, na 6 Sept. 1555 uitstel te hebben gekregen, werd in Aug. 1566 met Caspar van der Lippe gen. Hoen heer van Grubbenvorst enz. naar Nijmegen afgevaardigd om middelen in het werk te stellen tot afschaffing der inquisitie.