NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Marum, martinus van

betekenis & definitie

MARUM (Martinus van), geb. in 1750 te Delft, overl. 26 Dec. 1837, liet zich 31 Dec. 1764 inschrijven als student aan de hoogeschool te Groningen, waar hij 20 Aug. 1773 promoveerde tot med. doctor op een proefschrift Quousque motus fluidorum et caeterae quaedam animalium etplantarum functiones consentunt. In 1776 vestigde hij zich als geneesheer te Haarlem, waar hij weldra tot lector in de natuurkunde werd benoemd.

< >