MARTINI (Antoni), geb. 6 Febr. 1654 te Wezel, overl. 23 Juli 1730 te 's Hertogenbosch, was de zoon van jhr. Bernard Martini (overl. 1657), kapitein in dienst der Staten, enAletta del Bene.
Eerst voor den koophandel bestemd, voelde hij zich tot de theologie aangetrokken, studeerde te Utrecht en werd 11 Mrt. 1680 proponent te Leiden. Predikant te Sassenheim 11 Mrt. 1680, kwam hij 10 Sept. 1683 als lecraarte 's Hertogenbosch. In 1684 (6 Juni) werd hij aldaar hoogleeraar aan de illustre school, en sloeg hij eene beroeping naar Franeker als predikant en hoogleeraar af. Emeritus geworden 21 Aug. 1725, stierf hij vijfjaar later. Hij is gehuwd geweest met Geertruid Buys, dochtervan Mr. Paulus Buys, zuster van Mr.Petrus Buys, pensionaris van Amsterdam.
Eenzoon, Bernard Martini. werd in 1710 praeceptor, driejaar later conrector en in 1726 rector van de latijnsche school in den Bosch. Hoewel gehuwd, stierf deze zoon kinderloos. Een tweede zoon was Mr. Henri Bernard Martini, geb. 20 Juli 1693 te's Hertogenbosch, aldaar overl. 6 Mei 1776, die langen tijd zitting
had in het stadsbe tuur van den Bosch en evenals zijn vader zeer gezien was. Slechts een van de vijf kinderen, die hem overleefden, had nakomelingen, nl. Mr. Antoni Martini (geb. te 's Hertogenbosch 1727, aldaar overl. 1800) en tijdens zijn leven pensionaris van den Bosch en beoefenaar der vaderlandsche geschiedenis.
A. Martini schreef: Disputationes duae de sacrosancta Dei Trinitate, die 1688 door zijne leerlingen verdedigd werden. Verder: Grootere Catechismus (1686); Geestelijke Hartsterking (Gron. 1690) en Gekruiste Christus. Het archief der nederl.-herv. Gemeente te 's Hertogenbosch bezit een exemplaar van 's mans werken in handschrift.
Zijn anoniem geschilderd portret berust bij zijne familie.
Zie: Boekzaal Aug. 1730, 234; A. Velingius, Redenvoering over de Illustre schoole van 's Hertogenbossche ('s Hertogenb. 1760) 62-64 en 76; E.M.A. Martini, Vie sommaire de feu H.B. Martini (Bois-le-Duc 1822) 8 9; Hermans, Gesch. der Ill. en Lat. Scholen te 's Hertogenbosch (Amsterdam 1852) 19-21; De Grafzerken in de St Janskerk te 's Hertogenbosch ('s Hert. 1911-1912) 65, 190, 222, 365, 366. Meindersma
