NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Lust, steven theunisz. van der

betekenis & definitie

LUST (Steven Theunisz. van der). Van hem kan niet anders meegedeeld worden dan dat hij in de 1ste helft der 17e eeuw schilder te Haarlem was en voorkomt op de ledenlijst van de kamer ‘de Wyngaertrancken,’ onder de spreuk ‘Liefd’ boven al’, te Haarlem.

Hij schreef eenige tooneelstukken, door die kamer ook gespeeld: Kindermoort van Herodes, begaen aan de Bethlehemsche suyghelinghen (2e dr. Haerlem 1645,4e dr. 1662,5e 1705,1706 (?), een spel vol allegorische personagiën, en niet in bedrijven afgedeeld; het werd op Allerkinderendag 1644 vertoond; Herstelde Hongers-dwangh, ofHaerlems langh en strenghe Belegeringhe ... ghespeelttotHaerlem ... 1660 (Haerlem 1660; and. dr. Haarl. 1706); Ongheblanckette Maria Stuart, Coninginne van Schotlandt en Ghewaende coninghin van Enghelandt, gedoemt ende gestraft (1644 en 1652), dat tegen Vondels voorstelling van Maria Stuart opkwam en niet altijd even historisch is. Alle drie spelen zijn met zijn spreuk ‘Lust na rust’ onderteekend, als ook zijn in Tiele's Bibliotheekvan nederl. Pamfletten (no. 2618) vermelde: Nieu-Jaers Pest-Spiegel, waerin te sien is de rechtveerdige Pest-straffe Gods.. waer in verhaelt wordt den onmatigen handel der Floristen in sommighe Landen etc. (Haarlem 1637), in dat jaar op de kamer voorgedragen, en zijn inMeulmans' Catalogus (bewerkt door v.d. Wulp,

II, no. 3329) voorkomende: Bataefsche Boet- en Straf-Prediker, voor-gestelt tot opmerckingh aen de Hollandtsche wanckelbarezielen etc. (Haerlem 1652). J.I. van Doorninck, Vermomde en naamlooze schrijvers I, 378 schrijft nog aan hem toe: Haerlems buur-praetjen, van Floraas siekbedde, in 'tpoortael van 'tgast-huys (Haerl. 1637) en Den Ondergang ofte val van de groote thuyn-hoer, de boeff-godin (z.p.e.j.). Deze laatste vier gedichten waren tegen den bekenden tulpenhandel gericht. Ten slotte nog een politiek gedicht van hem: Olyf-Kransen, Gevlochten om 't hoofd vande Hemelsche vrede... in 't vredejaer 1648 (Haerlem 1648); ook dit werd ‘sanghs-wijse’ voor ‘Liefd’ boven al’ vertoond. Een nieuwjaarslied: Nieuwjaars enge poort, gegrondvest op de Christelijcke deugdtspad na de Heylige Stadt Syon ... (Haerlem 1664), wordt mede aan hem toegeschreven.

Zie: H.Gerlings Cz., De aloude Rhetorykkamer De Wyngaartranken ... (Haerlem 1874) 9 en 10; J.A. Worp, Geschied, van het Drama en van het Tooneel

in Ned. I, 299; II, 24; Catalogus van de stedelijke Bibliotheek te Haarlem, 2e Suppl.

(1864) no 84, 85; W.P.C. Knuttel, Catalogus van de Pamfletten... in de Kon. Bibl. I (1889), ns. 4538 en 5750.

Ruys

< >