LANGE (Sjoerd Hendrik de), zoon van A.P. de Lange en A. Wentel, geb. te Alkmaar 16 Dec. 1816, overl. 29 Mei 1853.
Hij begon zijn loopbaan aan het Kon. Instituut voor de Marine te Medemblik en diende, na volbrachte studie, als adelborst 1e kl. op het korvet ‘Amphitrite’ op welk schip hij een tocht maakte naar de kust van Guinea, om onder het bevel van generaal Verveer eenige oproerige stammen aldaar tot rust te brengen. Na nog op genoemden bodem een reis te hebben gemaakt naar West-Indië, waar hij inmiddels tot luitenant was bevorderd, werd de L. benoemd tot instructeur bij het Inst. te Medemblik. In 1847 bood hij den minister van koloniën eene memorie aan, om de geographische werkzaamheden in den indischen archipel op een vasten voet te regelen en deze naar de eischen der wetenschap te doen uitvoeren, doch de omwentelingen van 1848 maakte de vrees voor groote uitgaven zoo groot dat zijn voorstellen op zijde werden gelegd. Toch werd hij van regeeringswege in de gelegenheid gesteld zich de kundigheden eigen te maken, welke noodig waren om als geographisch ingenieur in Ned.-Indië werkzaam te zijn. In 1850 kwam de L. te Batavia aan en dat hij aldaar aan de verwachtingen beantwoordde, blijkt uit een aantal verhandelingen in het Natuurkundig Tijdschrift voor Ned.- Indië, waarvan de belangrijkste hieronder volgen. In 1852 werd de L. bestuurslid en in begin 1854 vice-president der Natuurkundige Vereeniging in Ned.-Indië. Toen hij zich voor herstel van gezondheid naar Nederland wilde begeven, overleed de L. op de reis daarheen, aan boord van het schip Palembang.
Hij publiceerde o.a. in bovengenoemd tijdschr.: Weerkundige waarnemingen gedurende eene reis van Nederland naar Java I, 451; Waarnemingen over de astronomische plaatsbepalingen van Batavia III, 310; Berigt betreffende de werkzaamheden van den geogr. ingenieur III, 639; Verslag derreis van de geographische ingenieurs V, 1; Redevoering gehouden ter gelegenheid der Bataviasche tentoonstellingV, 276. Verder met zijn broeder G.A. de Lange: Astronomische waarnemingen gedaan ter bepaling der geographische ligging van Batavia VI, 255; Id. van Manado VII, 261; Waarneming van maanzenith-afstanden terbepaling dergeogr. lengte van Batavia VI, 277.
Volgens de bron, waaruit deze gegevens omtrent de L. zijn geput, schreef hij vóór zijn komst in Indië verschillende artikelen in de Gids, betrekkelijk marine-aangelegenheden, doch in de registers op dit tijdschr. komt zijn naam niet voor als auteur.
Zie: Hand. en Geschriften Ind. Genootschap VII (1860) 108.
Muller