NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Laecman, antonius

betekenis & definitie

LAECMAN (Antonius) ofLaakman, ook Baenken en van Everbode (of wel Zonn ius genaamd, uit Son (N.-B.) geboortig, ofschoon dit niet zeker is, overl. omstreeks 20 Jan. 1460 te Leuven, waar hij in 1426 een der eerste studenten was aan de nieuwe universiteit. Hij studeerde eerst de filosofie en behaalde bij de promotie in 1429 de vierde plaats; daarna volgde hij de lessen in de beide rechten en behaalde achtereenvolgens de verschillende graden. 13 Nov. 1439 werd hij tot doctor in het civiel recht uitgeroepen.

< >