NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

La lau, johannes gerardus

betekenis & definitie

LA LAU (Johannes Gerardus), broeder van den voorgaande, 10 Jan. 1799 te Leiden geb. en 10 Aug. 1857 ald. overl. Hij ontving zijn eerste onderwijs op de school van 't leidsche dep. tot Nut v. 't Alg. en was hier bij 't springen van het kruitschip 12 Jan. 1807 bijna om het leven gekomen. Van 4 uur des namiddags tot 9 uur des avonds lag hij onder het puin van 't schoolgebouw bedolven en eerst na veel moeite gelukte het den vader hem, met wonden overdekt, uit zijn pijnlijke positie te verlossen. Na een gelukkig herstel bezocht de knaap de latijnsche school en Sept. 1816 werd hij als litt. en jur. stud. aan de leidsche academie ingeschreven. 18 Mei 1822 promoveerde hij tot juris utriusque Doctor op een diss. de Re pecuniaria Imperii Romani inde abAugusto usque ad Constantinum Magnum. Na zich als advocaat te Leiden gevestigd te hebben, richtte hij weinige jaren later, om beter in zijn bestaan te voorzien, een boekdrukkerij op (1830), terwijl hij in 1844 eigenaar, uitgever en medewerker van de Leidsche Courant werd. Menig artikel in dit blad getuigde van zijn zin voor wetenschap, letteren en kunst.

Sedert 1830 was Mr. J.G. La Lau gehuwd metChristina Johanna Bonte. In 1831 werd hij tot lid der Maatsch. v. Letterk. benoemd.

Behalve een aantal gelegenheidsgedichten en bijdragen in couranten en tijdschriften, heeft men van hem de volgende geschriften: Verhaal van een bezoek op Sorgvliet op 27 April 1821, inden trant van zijn ouden bewoner (1821); Heilwensch aan de Leidsche academie bij de feestviering van hare stigting na verloop van 250 jaren (1825); 24 Aug. 1831. Coupletten op 's konings verjaardag (1831); De zeestraat van 's Hage naar Scheveningen door Const. Huygens, op nieuw uitgegeven naar de hedendaagsche taal en spelling gewijzigd en met eenige aanteekeningen voorzien (1838); Reis van Janus Secundus van Mechelen naar Bourges, uit 't Latijn vertaald (1838); Geschiedkundig overzigt ter inlichting omtrent de gebeurtenissen in betrekking staande tot den intogt van Jan van Beijeren binnen Leiden in 1420 (1839); De Leydsche weezen aan de burgerij bij den aanvang des jaars (1843); Een woord tegen taalverbastering en bastaardwoorden (1850); Leerrede vanA. Coquerel: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Uithet Fransch vertaald; Levensbericht van Mr. P.S.Crommelin in Hand. Lctterk., en Levensbericht van P.A. van der W e rff in de Leidsche Cour. v. 1850, No. 121.

Zijn portret is gelithographeerd door G.J. Bos.

Zie: Hand. Letterk. 1858 en Kunst- en Letterb. 1844, No. 48.

Zuidema

< >