KOOI (Willem Bartel van der), friesch schilder, geb. te Augustinusga 13 Mei 1768, overl. te Leeuwarden 14 Juli 1836. Reeds vroeg openbaarde zich bij hem een bijzondere aanleg voor de schilderkunst. Zijn ouders lieten hem eerst het teekenen leeren bij Wessel Pieters te Buitenpost, zonden hem op 12-jarigen leeftijd naar Leeuwarden als leerling bij den behangselschilder Frans Swart, bij wien hij echter slechts één jaar bleef. Toen kwam hij door bemiddeling van Jr. Ulbo van Burmania, grietman van Leeuwarderadeel bij Johannes Verrier, solliciteur militair te Leeuwarden, bekwaam liefhebber in de schilderkunst. Onder diens leiding legde hij zich driejaar toe op het teekenen, daarna met zijn vrienden D.J. Ploegsma en J.V. Nicolay in het schilderen met olieverf bij Verrier, vervolgens begaf hij zich bij den schilder H.W. Beekkerk om zich te oefenen in het landschapschilderen. De omwenteling van 1795 gaf hem aanleiding om het penseel neer te leggen. Hij werd benoemd tot representant van het Friesche volk en tot secretaris van de grietenij Achtkarspelen.
Van 1798-1811 bekleedde hij den post van lector in de teekenkunde aan de academie te Franeker. In 1813 vestigde hij zich te Leeuwarden, waar hij een vrij groot getal leerlingen heeft gekweekt, zooals T. Eernstman, C. Wester, A.G. Swart, D. Hansma, J. de Jong, J.H. Heijmans, J.J.G. van Wicheren, S. Bonga, G. Fellinga, C.B. Buijs, W. de Haan, Otto de Boer, Gosling Postuma, Servaas de Jong, Tjeerd Andringa, Wilhelmina Geertruida van Idsinga, C.J.B.
van Slangenburgh, J.H. Nicolai. Door het bezoeken en bestudeeren van de galerij te Dusseldorf had hij zijn kunst aanmerkelijk veredeld, zoodat in 1808 een zijner stukken op de tentoonstelling te Amsterdam den eereprijs van ƒ 2000 verwierf. In 1818 werd hem opgedragen de levensgroote portretten van het koninklijk echtpaar te schilderen voor het stadhuis te Leeuwarden. Vele familie-portretten door hem geschilderd zijn nog in Friesland aanwezig. Hij was gehuwd met Jetske Haaijes, die hij slechts kort mocht bezitten.
Zijn portret is in 1826 door hem zelven op steen geteekend en op blauw papier gedrukt; borstbeeld met facsimilé, op steen geteekend in 1835 doorT. Eernstman.
Zie: W. Eekhoff, De Stedelijke kunstverzameling van Leeuwarden, (Leeuwarden 1875), register; W.B.S. Boeles, Frieslands Hoogeschool en het Rijks Athenaeum te Franeker, (Leeuwarden, 1878) I, 341; Leeuw. Courant, 1836, no. 60; Immerzeel, De Levens en Werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders II, 131.
Wumkes