NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Koenen, mr. hendrik jacob

betekenis & definitie

KOENEN (Mr. Hendrik Jacob), geb. te Amsterdam 10 Juli 1864, overl. te Laag-Soeren23 Mei 1907, zoon van Daniel Adriaan Koenen enIgnatia van Notten; kleinzoon van den vooral in de Réveil-kringen bekenden schrijver en historicus Mr. H.J. Koenen, studeerde van 1885-92 te Amsterdam in de Rechten, waar hij als rector van het studentencorps en als oprichter van een nieuw studentenweekblad Propria Cures, dat zich voor 't eerst ernstig met vraagstukken van maatschappelijken en litterairen aard bezighield, - maar vooral door zijn buitengewone persoonlijkheid, een diepen indruk op de studentenwereld achterliet. In 1892 gepromoveerd op een proefschrift: Beschouwingen overrechtsgemeenschap, werd hij weldra medewerker van het Dagblad de Telegraaf. Gedurende een tiental jaren bewerkte hij voor dit blad het kameroverzicht, in artikelen die de aandacht trokken door de bijzondere kennis van zaken waarvan zij getuigden; 12 April 1894 trad hij in 't huwelijk met Johanna Carolina de Graaf. In 1902 vestigde hij zich weer te Amsterdam, waar hij chef van de afd. Algemeene zaken ter gemeente-secretarie werd, en waar hij met zijn kunde en zijn regentenaanleg tot steun was, vooral in den moeilijken stakingstijd van 1903, van den toenmaligen burgemeester, Mr. W.F. van Leeuwen. Hij maakte zich vooral bekend door zijn juridisch-historische studiën. In 1900 verscheen bij de firma D.A. Daamen te Rotterdam een werk van zijn hand getiteld: Hetrechtin den kring van hetgezin, dat door zijn diepgaande sociologische en historische studie en zijn geprononceerd christelijk karakter zeer de aandacht trok, dit laatste te meer daar Koenen steeds geweigerd heeft zich bij een politieke partij aan te sluiten.

Artikelen van juridischen aard, getuigend van diepgaande studie verschenen in verschillende tijdschriften en vakbladen. Zoo verscheen als Bijvoegsel van het Weekblad voorNotarisambten Registratie 30 Juni 1895 No. 1331 een uitvoerige studie getiteld: HetStiefouderdeel. Afzonderlijke vermelding verdienen om hare bijzondere waarde als zelfstandige studie, een tweetal artikelen verschenen in de Economist van 1904 getiteld: Agrarische Geschiedschrijving.

Verder nam Koenen een bijzondere plaats in op het gebied der genealogie en heraldiek, welke vakken hij op wetenschappelijke wijze beoefende. Van zijn vele publicaties in het Maandblad de Nederlandsche Leeuwen andere genealogische bladen (een opsomming vindt men in eerst genoemd blad No. 4/5 van 1907) verdienen inzonderheid vermelding zijn geschiedkundige studies betreffende de Teylingen's en Brederode's, over de opkomst der Polanens in WapenherautVIII (1904), terwijl in Nov. 1900 bij D.G. van Epen te Scheveningen een belangrijk boekje verscheen: Het huwelijk der Koningin.

Gewin

< >