KETWICH (Derk van), oudste zoon van Berend Hendrik van Ketwich en diens derde echtgenoote Johanna Gosdey, werd 11 Mei 1750 te Zwolle geboren. Hij werd student in de godgeleerdheid te Groningen 16 Sept. 1767, was predikant bij de ned.-herv.
Gemeente te Kamperveen en daarna te Opheusden, waar hij 5 Nov. 1786 bevestigd werd door zijn zwager Ds. E. Chevalier. Hij overleed aldaar 1 Sept. 1794 en werd 5 Sept. d.a.v. op het koor in de kerk begraven. Hij was tweemaal gehuwd, in 1779metBartha Johanna van'tOever (1757-1781) en 10 Nov. 1784 te Amsterdam met Geertruida Hillegonda van Papendorp, geb. aldaar 18 Mrt. 1755, overl. aldaar 16 Apr. 1825, dochter van Cornelius Johannes van Papendorp en Hillegonda de Vries uit welk laatste huwelijk hij zes kinderen naliet.Zie: Wapenheraut 1900, 194 en Nederland's Patriciaat I (1910). van Ketwich Verschuur
KETWICH (Didericus van), oudste zoon van Johannes van Ketwich en Gezina Berendina Zebinden,8 Oct. 1816 te Zwolle geb. Als oud-gezagvoerder ter koopvaardij
zich te Amsterdam gevestigd hebbende, werd hij in 1870 benoemd tot directeur van het College Zeemanshoop aldaar, waarvan hij sedert 1857 secretaris was. Hij had zitting in de Commissie van toezicht over het vervoer van landverhuizers en was voorzitter van het College tot zedelijke verbetering van gevangenen te Amsterdam. Hij trad zeer veel op als arbiter in zeezaken en gaf mede den eersten stoot aan de totstandkoming van het Noordzeekanaal. Hij overleed te Nieuwer-Amstel 13 Nov. 1889. Uit zijn huwelijk met Maria Cornelia Muntendam, dochter van den middelburgschen kantonrechter Nicolaas Theodorus Muntendam en van Maria Wilhelmina van der Horst Serlé, liet hij vier kinderen na. Zie: Wapenheraut 1901, 1 en Nederland'sPatriciaat I (1910). van Ketwich Verschuur
