HUYN VAN AMSTENRADE (Arnold), heer van Geleen, gouverneur en kapitein-generaal van de landen van Overmaas, overl. in 1579; hij was gehuwd met Anna van Groesbeeck, overl. in 1612; beiden werden begraven in de kerk te Beek (L) waar hun grafsteen wordt aangetroffen. Uit hun huwelijk werden drie zonen geboren: Arnold,Willem en Jan en twee dochters: Anna enAgnes.
In 1574 was hij benoemd tot gouverneur en kapiteingeneraal van Limburg; 23 Nov. 1574 werden hem patentbrieven uitgereikt als drossaart van Valkenburg (L.); hij bekleedde deze betrekking tot Nov. 1578. Nadat met de Staten overeengekomen was, dat de spaansche bezetting uit Maastricht zou vertrekken, werd hij 30 Maart 1577 door den koning voor den tijd van 2 maanden bij provisie aangesteld tot gouverneur van Maastricht; de bisschop van Luik gaf hem 9 April 1577 denzelfden last. 29 April 1577 legde hij den plechtigen eed als
zoodanig af. Met hem berustte het bestuur van Maastricht in de handen van een Limburger van geboorte. Zijn bestuur kenmerkte zich door voortdurende onrust. 9 Aug. 1577 eischten de ambachten, dat men het garnizoen en den heer van Amstenrade weg zou zenden. Kort daarna is hij uit Maastricht vertrokken, het commando over het garnizoen in handen latende van Jan van Wittem, heer van Bautersem.
Zie: J.J. Habets, Les gouverneurs des duchés de Limbourg et de Gueldre in Publ. Limb. XIV (1877) 197; Raadsnotulen Maastricht 1577; Haakman en Alard, Het beleg en de zoogenaamde verwoesting van Maastricht in 1579. Dyserinck