NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Hofman, lucia

betekenis & definitie

HOFMAN (Lucia), geb. te Dordrecht, overl. aldaar 18 April 1747, was een ongehuwde juffrouw,

die bij testament van 21 Nov. 1743, haar geheele nalatenschap, na aftrek van eenige legaten, vermaakte aan de kerken in de Indische gewesten, ‘alzoo haar oogmerk was, dat het koninkrijk van Onzen Heere Jezus Christus onder de Blinde Heydenen in de Oost-Indische gewesten mocht worden uitgebreid.’ Zij stichtte daarvoor een fonds, waarvan de renten moesten gedistribueerd worden aan de Indische kerken. Het beheer van dit fonds werd opgedragen aan de deputaten der Classis Schieland als gelastigde met de bezorging der Indische zaken en kerken uit naam van de Synode van Zuid-Holland, aan welkejaarlijks rekening en verantwoording moest worden gedaan.

< >