NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Haersma, hector livius van (1)

betekenis & definitie

HAERSMA (Hector Livius van) (1), ged. 26 Juni 1673 te Leeuwarden, overl. in 1720, zoon van Arent v.H. (zie art.), grietman van Smallingerland, en Aukje van Glinstra, die 2 Oct. 1664 te Goutum waren gehuwd. Hij was jur. utr. doctor, werd 6 Sept. 1694 aangesteld tot raadsheer ten hove van Friesland, en was gehuwd met Titia van Bosman, die hem zeven kinderen schonk, o.a.

< >