NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Haemstede, witte van

betekenis & definitie

HAEMSTEDE (Witte van), natuurlijke zoon van graaf Floris V bij eene onbekende vrouw, overl. 1321. Witte werd 1299 door zijn broeder graaf Jan I beleend met de goederen van Haamstede, die door den dood van Jan van Haemstede, zoon van Costijn van Renesse, der grafelijkheid waren aanbestorven; hij begiftigde de plaats met keuren en voorrechten.

In het volgende jaar verdedigde hij voor Jan II Zierikzee en veroverde Schouwen. Gedurende den vlaamschen oorlog (1304) werd hij, tegelijk met jonker Willem, zoon van graaf Jan II, voor Zierikzee tot ridder geslagen en ging, na aan een paar ongelukkige gevechten te hebben deelgenomen, van Zierikzee uit per schip naar Holland, dat grootendeels door de Vlamingen bezet was. Hij landde bij Zandvoort, maakte zich bekend, werd door de Kennemers en West-Friezen als bevrijder begroet en geestdriftig binnen het nog vrije Haarlem ontvangen. Hier stelde hij zich aan het hoofd der verzamelden en bracht den Vlaming de gedenkwaardige nederlaag bij het Manpad toe, verdreef verder den vijand uit Holland en vereenigde zich te Dordrecht met jonker Willem. Verder vernemen wij niets bijzonders van hem; hij overleed in 1321, bij zijne vrouw Agniese van der Sluys, Arnouts dochter (uit een tak van Heusden), waarmede hij in 1307 als reeds gehuwd voorkomt, drie zoons nalatend: Floris,Arnout en Jan.

Zie: Polvliet in WapenherautXII, 365, die niet genoeg van de gegevens der Rijmkroniek van Stoke gebruik heeft gemaakt.

Obreen

< >