NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Gysius, johannes of ghysius

betekenis & definitie

GYSIUS (Johannes) of Ghysius, geb. te Oostende, waar zijn vader Jan destijds predikant was. Febr. 1581 ging deze naar lerseke, maar op verzoek van zijn oude gemeente keerde hij nog 't zelfde jaar tot haar terug; niet onmogelijk is hij dezelfde, die blijkens het MartelarenboelC van van Haemstede (uitgave Doesburg 1883) 890 b, 891 a, b, naar Sandwich is uitgeweken en vandaar in 1573 naar Vlaanderen teruggekeerd voor den predikdienst onder het kruis, gevangen genomen, maar op voorspraak van zijn broeder Willem Gys, procureur van het Hof van Vlaanderen, vrijgesproken; en evenzeer identiek met den ‘Jean Ghys, fils de Pierre d'Hazebrouck,’ die voorkomt op een lijst van ‘comptes de confiscations’ (25 Apr. 1566-1 Jan. 1570); Joannes overl. 1652 te Streefkerk, waar hij in 1610 als proponent in predikdienst was getreden. 7 Mei liet hij zich te Leiden als litterarisch student inschrijven.

Dat hij toen, zooals 't album academicum opgeeft, 17 jaar oud was, kan intusschen niet waar zijn. Zijn vader stierf in Juli 1584 (vgl. J.H. H essels, Eccl. Lond. Bat.

Arob. (Cantabr. 1897) III, index) en Johannes moet dus bepaald ouder zijn geweest. Zijn moeder Francyntje Hackis ofHaclis hertrouwde 27 Juni 1587 te Leiden met Karel van den Broeck, predikant te Renesse (I kol. 466). Gysius was een ijverig beoefenaar van de studie der vaderlandsche geschiedenis. Behalve een uitgaaf van het martelaarsboek, veel verbeterd bij de voorafgaande, en daarom vooral belangrijk, omdat zij voor het eerst sedert 1565 weer den naam van den oorspronkelijken auteur Adriaen Cornsz.van Haemstede vermeldt: Historie der Martelaren... door J(ohannes)G(ysius) O(s tendanus) (Dordr. 1657) - niet onwaarschijnlijk zijn ook reeds de sedert 1633 verschenen en van de initialen J(ohannes) S(treefkerkensis) voorziene edities van hem - schreef hij in 1616 de anoniem en zonder vermelding van plaats uitgegeven Oorsprong en voortgang der Nederlandsche beroerten en ellendicheden, dat vooral was ontleend aanBor,van Meteren,Meursius'RerumBelgcarumL.IVenBaudartius' Morghenwecker, maar blijkens het verhaal der gevangenis van Montigny, dat elders zoo uitvoerig niet gevonden wordt, toch ook zelfstandig werk vertegenwoordigt. In 1619 verscheen het in latijnsche vertaling: Origo ethistoria tumultuum belgcorum (Lugd. Bat.), vermeerderd met een nieuwen druk van het in 1573 reeds voor 't eerst uitgegeven werk van Ernestus Eremundus, Historia tragica de furoribus Gallicis etc.; terwijl het tevens later nog door verschillende andere schrijvers werd verkort of nagevolgd.

Zoo in Warachtige Besobrijvingbe ende Levendige Afbeeldinghe vande... Barbarische Tyrannye... in de Nederlanden (z. plts. 1621) en in Spieghel der Spaensche tyranny in Ne'derlant (Amst. 1638), het tot in de 18e eeuw algemeen bij het onderwijs gebruikte geschiedenisboek. Niet onwaarschijnlijk is van zijn hand ook Monster der Roomschen Afgoderije... door Sijmeon Ruytinck, nu voor het tweede mael tot dienst dezer Nederlanden uytgegeven, vermeerdert ende verbetert((Leyden 1623), door J(o hannes?) O(s tendanus?). Wellicht evenzeer Scbriftuerlijcke onderwijsinghe in de leere vande Goddelycke Predestinatie. Eertijds in Hooobduytsob beschr. door... Wilhelmum Zepperum ... alsnu wt denLatijne... overghesetdoorJ.G.O. (Rott. 1612) (PamfletTiele no. 1040). Meer dan door deze werken heeft hij zich echter

verdienstelijk gemaakt door het verzamelen en copieeren van allerlei belangrijke kerkelijke, vooral synodale archivalia. O.a. berustte waarschijnlijk ook het origineel der acta van het convent te Wezel (1568) van vóór 1639 in zijn particuliere bibliotheek.

In den tijd, waarin hij leefde, komen de volgende naamgenooten van dezen Johannes Gysius voor: Otto Gysius(Ghyesen),die reeds 1586 in de provincie Overijsel predikant was - hij teekende toen eigenhandig de kerkorde van dat jaar -, en te Ootmarsum (1602-1604) en te Hasselt (1604-1612) heeft gestaan; diens zoon Nathanaël Gysius (Gisius), die - na te Groningen te hebben gestudeerd (ingeschreven: 8 Oct. 1615) - de kerken van Rolde in Drente (1616-1620) en Kamperveen in Overijsel (1620 tot zijn dood in 1643) heeft gediend; en Daniel Gysius (Gys,de Gies,aGysen,Ghys). Laatstgenoemde - te Leiden ingeschreven 24 Juli 1601 - stond van 1616-1618 in de zuidnederlandsche kerk ‘la Vigne’, daarna te Nijmegen, van 1629-1638 te Koudekerk a/d Rijn en van 1638 tot zijn dood in 1641 te Leiden; was herhaaldelijk een van de generale deputaten der zuidhollandsche Synode en heeft hetvolgen de pamflet doen verschijnen: Van de genade Gods, ende van de Volherdinghe der ware Gelovigen... tegen de dwalingen van Jacobus Arminius... door Robertus Abbotus ... uyt het Latijn overgeset

(Leyden 1618) (Pamflet Knuttel no. 2787); en mag niet verward met zijn naamgenoot, die de auteur is geweest van: Lijkreden van Petrus Francinus over het afsterven van ... Stephanus Morinus, overgebragt door Daniël

Ghys (1700) en: Dezeeden der Israelieten... Int frans. beschreven door Fleuri, en... tot een toegift op het vierde stukje van de Republyk der Hebreeën, door Daniël Ghys (Amst. 1702). Een S. Ghijs vertaalde Phil. Lansbergen, Sermones LIIin Catechesin Religionis Christianae, welke vertaling 1645 te Amsterdam uitkwam. Of deze tijdgenooten verwanten van Johannes geweest zijn, is niet bekend.

Zie:Reitsma en van Veen, Acta IV, V, VIII, registers in voce; W.P.C. Knuttel, Acta der Zuid-Hollandsche Synoden ('s Grav. 1908 v.v.) I-III registers in voce; H.C. Rogge, Pamfletcatalogus van de boekerij der Remonstrantsche Kerk te Amsterdam St. II Afd. I, 114, 201; Livre Synodal des églises Wallonnes I ('s Grav. 1896) 245, 248, 253; Borger, Naamlijst van predikanten (H.S. univ. bibl. Amsterdam) in voce en de daar genoemde literatuur; Navorscher IV (1854) 63;

Kerkelijke Courant 1896 no. 31; F. van der Haeghen c.s. Bibliographie des Martyrologes Protestants Neerlandais ('s Grav. 1890) I, CIII; II, 335 vgg., 349 vgg.; dez., Bibliotheca Belgica in voce Gysius; H.J.Westerling. Het lager onderwijs (Baarn 1912) 36 v.v.; J.W. te Water, Reformatie vanZeeland(Middelb. 1756) 304; de Coussemaker, Troubles religieux du XVIe siècle dans la Flandre Maritime (1876-1884) II, 144; Tiele, Bibliotheek van Nederlandsche Pamfletten (Amsterd. 1858/60) I, Aanhangsel op 't jaar 1612, 5, 7; NieuwKerkeliji(Handboek 1907 Bijl. 143; 1909 Bijl. 144; KerkhistorischArchief IX (1912) 165-183. van Schelven

Haagen, Everardus Stephanus van der

HAAGEN (Everardus Stephanus van der), geb. te Amsterdam 26 Dec. 1793, gest. 20 April 1861 te Soeterwoude, studeerde te Kempen, Uden en Warmond en werd 6 Maart 1819 priester gewijd. Hij was kapelaan te Amsterdam in ‘de Toren’ en op het Begijnhof, te Heemskerk en Gouda, werd 17 Oct. 1824 pastoor van Loosduinen en 20 Juli 1840 van Soeterwoude, waarvan hij, bij de nieuwe indeeling der decanaten, 11 Sept. 1853, de eerste deken werd.

Van 1846-1853 was hij aartspriester van Holland, Zeeland en West-Friesland en sinds 21 Oct. 1857 vicaris generalis et officialis van het bisdom Haarlem.

Hij schreef: Levens der Heiligen, Kerkvaders en Martelaren (den Haag 1837-1845, 4 dln.), in 1862 opnieuw verschenen in 12 dln. en bijgewerkt door J.J. van der Horst. van der Loos

< >