NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Groot van egmond, jan allertsz

betekenis & definitie

GROOT VAN EGMOND (Jan Allertsz.), zoon van den voorg. en van Geert Wiggertsdr., geb. te Enkhuizen en overl. aldaar na 1558; aldaar geh. met Griet Freeksdr.wiervaderdegrootschipperRijke Fredrik Simonsz. Swaert was.

Hij was te Enkhuizen burgemeester; oud burgemeester in 1537, toen de Gelderschen Enkhuizen meenden te overvallen en bedriegelijk voorgaven mout voor hem aan te brengen. Hij is een der onderteekenaren van het accoord tusschen burgemeesteren en zoutzieders op 26 Dec. 1531. In 1558 is hij de leer der reformatie toegedaan en trok hij partij voor den pastoor, heer Jan, die wegens ketterij bij den bisschop van Utrecht werd aangeklaagd. Hij reisde zelf naarden bisschop en vroeg: ‘of Jans stem ook te Utrecht was gehoord?’ Zijne tusschenkomst was den pastoor van nut, daar de bisschop ‘zijnen ophef tegens hem liet vallen’.

In de regeeringslijsten komt hij voor als vroedschap 1534, burgemeester 1539, 41,42. Hij liet 10 kinderen na waaronder Dirk en Cornelis Jansz. gesegd Brouwer, zie kol. 260.

Zie: Familie-archief Semeyns; Brandt, Hist. v. Enkh.; Handvesten v. Enkh. 66. de Vries van Doesburgh

< >