GAVEL (Johannes), ofJean Gavelle, ged. te Middelburg 26 Aug. 1714, gest. aldaar21 Oct. 1757, zoon van Jean G. enMadeleine l'Epinois, bezocht op kosten van vermogende lieden sinds 1732 de latijnsche school met lof tot 1735, tot ondersteuning daaraan ook in 1734 tot custos zijnde aangesteld, zoodat hij eerst 19 Sep. 1739 te Leiden is ingeschreven als stud. iur. Onder rector Abresch werd hij 1 Apr. 1741 praeceptor aan de latijnsche school te Middelburg en begin 1742 conrector. Volgens bericht van een tijdgenoot was hij niet alleen doorleerd in latijn, grieksch, fransch en italiaansch, maar ook in de oostersche talen, vooral arabisch, voorts geen man van de wereld, maar zich vermakende met vlinders vangen en opzetten, terwijl hij eindelijk zijn bedaagde dienstbode huwde. Van zijne kennis van grieksch en latijn heeft hij eenige proeven gegeven in d'O rville, Miscell. Observ., waar men (IV (1742)) o.a. van hem vindt: Notae in Stephanum Byzantinum de Urbibus.
Zie: Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen I (Midd. 1893) 249-50; Voegler, Gesch. van hetmiddelb. gymn. (Midd. 1894) 142, 147 en Kesteloo, Stadsrekeningen van Middelburg IX (ald. 1902) 129, 130.
de Waard