FRANQUINET (Guillaume Désiré Lambert), geschiedkundige en archivaris, geb. te Maastricht (waar zijn vader apotheker was) 1 Mei 1826 en aldaar overl. 11 Febr. 1902.
Hij studeerde te Leuven in de rechten en promoveerde te Brussel 1846, werd advocaat in zijn geboortestad, in 1850 gemeentearchivaris en in 1866 provinciaal archivaris, tot hij in 1881 districtsschoolopziener te Maastricht werd; tevens was hij sinds 1867 een tijd lid van den gemeenteraad aldaar. Behalve eenige gedichten in tijdschriften en jaarboekjes, skaldische liederen en noordsche litteratuur in het tijdschrift van het genootschap Met tyd en vlyt der leuvensche studenten van 1845-1846 en bijdragen over gotische literatuur, vertalingen van Ossian enz., Proeven van woordafleidingen in het Belgisch Museum (Gent 1846), Proeve van woordafleidingen in het Archief van de Jager 1850, meest alle van minder belang, schreef hij in laatstgenoemd tijdschrift 1852, nog: Proeve over 't taaleigen derstad Maastricht, Maastrichtsche legenden in den Alm. voorNederl. Katholieken 1869; St Servatiuslegenden in de Dietsche Warande 1864. Van meer geschiedkundigen aard was hetgeen hij in de Annales de la société hist. et archéologique a Maestricht 1852-1855 uitgaf en in de Pubiication,... de Limbourg, alles uitvoerig te vinden in de Tables générales van laatstgenoemd werk, 1908 verschenen. In het kort zijn de titels, van de bijdr. in de Annales: Notice biographique d'Adrien Louis Pelerin 1,16; Notice surla dernière enceinte de la ville de Maestricht, I, 87-101; Etudes sur quelques noms de lieux situés dans le duché de Limbourg et sur les Eburons I, 113-134; Histoire des convents de l'ordre de St. Dominique dans le Limbourg I, 139-182; Le sièges de Maestricht en 1407 et 1408 avec annexe 1,205-254; Analectes Limbourgeois I, 257-297 en II, 167-170; Siége de
Maestrichten 1748, II, 1-104; HospitaliersdeSaint-ServaisaMaestricht II, 178; in de Publications: Les appels (des seigneuries et justices du Limbourg) a la cour impériale d'Aix-la-chapelle IX (1872) 296-310, Les Schoonvorst-Documents inédits XI (1874) 229-335, Supplémenta la notice des SchoonvorstXI, 422-432; Glanes historiquesXIV (1877) 102-181; Venlo en de fossa EugenianaXXVIII (1891) 229-234.
In het Jaarboekje voor Limburg (Maastr. Leiter- Nypels) schreef hij: Plaatsnamen in Limburg I, (1867, 68, 69, 70, 71,73), Geschiedk. aanteekeningen over Maastricht 1395-1396 (1868); Geschiedk. aant over Maastricht onder Jan van Beyeren (1869). De nieuwe plaats te Wijken de triumfvan St Servaas (1870); Geschiedk. aant. over Maastricht onder Jan van Beyeren. Beleg van Maastr. in 1407 en 1408 (1870), De geldersche successieoorlog en de slag van den Kollenberg bij Sittard (1872); De oude stadhuizen van Maastricht (1874).
Zijn beste werk zijn de inventarissen op de archieven resp. van de Predikheeren te Maastricht, van het kapittel van Onze Lieve Vrouw aldaar (2 dln.), van de adellijke proosdij Houthem-St. Gerlach. van de abdij Kloosterrade, en op een zeer klein deel van het archief der adellijke abdij Thorn, alsmede op de gemeentearchieven in Limburg (kort overzicht doch uitvoeriger voor die van Sittard en Venlo) en van het gemeentearchief te Maastricht resp. 1869-77, 1881, 1872 en 1852 verschenen te Maastricht. In jaarboek voorhethertogd. Limburg 1850, 273. Notice surla grande commanderie de l'ordre teutonique de Vieux-joncs. In Bouwkundige Bijdragen (Amst.) 10, 254, K 1-20; Francis Roman bouwmeesteruitde 17e eeuw.
Zijn overige werken en werkjes zijn aangegeven in de hieronder genoemde bronnen.
Zie: J.G. Frederiks en F. Jos. van den Branden; Biogr. Woordenb. der N.- en Zuid- Ned. letterk. 2e druk. (Amst. 1888) 259; A.J.A. Flament, Catal. der stadsbibl. van des Maastricht, de aangehaalde Tables générales des Publ. de Limb. J.M. Nuyts, Levensbericht van Fr. in Levensber. Letterk. 1902.
Flament