FONTAINE (Alfred Desiré Gregoire de la), zoon van Servais Josephen Maria Josephe Jeane Vranx, geb. te Namen 21 Febr. 1787, overl. te Muntok (Banka) 20 Dec. 1824. Hij trad in 1805 in franschen militairen dienst, doorliep verschillende rangen en maakte verschillende veldtochten mede, in een waarvan hij ernstig werd gewond.
Na als kolonel ontslag uit den franschen dienst te hebben genomen, werd hij in Febr. 1818 aangesteld als tweede kolonel bij de cavalerie in nederlandschen dienst, bestemd voor Oost-Indië. Hij vertrok 1 Maart naar Java, kwam 9 Aug. te Batavia aan, van waar hij kort daarop als militaire commandant naar Makassar werd gezonden. Hij onderscheidde zich op Celebes vooral door een krachtig optreden tegen een zeer invloedrijk bendehoofd, Aboe Bakar, die in Aug. 1819 zelfs een aanval op gouvernements grondgebied waagde. Bij een gevecht in de nabijheid van Makassar sneuvelde Aboe Bakar, hetgeen van grooten invloed was op de toenmaals zeer aanmatigende houding der inlandsche vorsten van Zuid-Celebes. De la F., die in bedoeld gevecht gewond was, werd in 1821
aangewezen om deel uit te maken van de expeditie tegen Palembang onder bevel van generaal de Kock en onderscheidde zich ook bij deze krijgsverrichtingen op buitengewone wijze. In hetzelfde jaar nog werd hij bevorderd tot kolonel en in Sept. benoemd tot resident en militair commandant van Banka. Op dat eiland heerschten in 1824 hevige koortsen, waarvan ook hij het slachtoffer werd, op den leeftijd van slechts 37 jaar. Ook als civiel bestuurder had hij zich doen kennen als een man met uitstekende eigenschappen.
Zie: Hand. en Geschriften Ind. Gen. IV (1857) 92 vlg.
Muller