NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Engelen, johannes van

betekenis & definitie

ENGELEN (Johannes van), geb. te Bunnik, overl. Apr. 1810 te Maarsen, priester, in Dec. 1777 geadmitteerd door burgemeesteren van Utrecht als pastoor der r.-k. statie in de Jeruzalemsteeg aldaar, maar reeds in 1779 op eigen verzoek verplaatst naar de statie Mijdrecht en Wilnis, 11 Juli 1795 door den vice-superior Brancadoro uit Munster benoemd tot coadjutor van den aartspriester van het kerkdistrict Utrecht, Henricus Berendtzen, dien hij in 1797 opvolgde als aartspriester en als pastoor van Maarsen.

< >